Wanneer tuiniers denken aan een eenjarige plant voor koelere temperaturen, komt het viooltje waarschijnlijk als eerste in gedachten. Met hun hartvormige, overlappende bloemblaadjes zijn ze een van de meest herkenbare bloemen in het tuinbeeld. Ze doen het prachtig in potten, als bodembedekker of als kleurrijke randbeplanting.
Enkele van de populairste variëteiten zijn:
• Joker-serie: oranje en dieppaarse bloemen
• Princess-serie: crème- tot blauwkleurige bloemblaadjes met een gele kern
• Bingo-serie: grotere bloemen in uiteenlopende kleuren van lichtblauw tot bordeaux
Volg deze eenvoudige aanbevelingen voor het kweken van deze opvallende planten, en je kunt – uitgezonderd de hete zomermaanden – bijna het hele jaar van hun bloei genieten.
1. Begin met zaaien
Je kunt de zaden rechtstreeks in de tuin zaaien, of je kunt ze binnen voorzaaien, 6 tot 8 weken voordat je ze wilt uitplanten. Zaai je zaden eind winter voor bloei in het voorjaar en de vroege zomer, of eind zomer voor bloei in de winter.
2. Bereid de grond goed voor
Viooltjes houden van vochtige, humusrijke en goed doorlatende grond. Meng verteerde bladeren, compost of goed verteerde mest door de grond om haar te verbeteren. Gebruik grof zand bij kleigrond om de afwatering te bevorderen, of veenmos om vocht beter vast te houden.
3. Geef ze zonlicht
Viooltjes staan graag in de zon, maar ze verkiezen koelere temperaturen. Door de jaren heen zijn viooltjes veredeld om beter tegen kou te kunnen. Er is echter weinig succes geboekt met het ontwikkelen van hittebestendige soorten.
4. Geef ze voldoende ruimte
Omdat viooltjes zich kunnen uitbreiden tot 20 à 30 centimeter breed, is het aan te raden om ze ongeveer 30 centimeter uit elkaar te planten. Volgroeide planten worden tussen de 15 en 23 centimeter hoog. Verwijder regelmatig uitgebloeide bloemen (toppen) om de bloeiperiode te verlengen en nieuwe bloemgroei te stimuleren.
5. Zorg voor voldoende voeding en water
Geef je viooltjes regelmatig water om ze gezond te houden. Ze kunnen verwelken of afsterven als ze te droog staan. Zien ze er slap uit, geef ze dan een flinke gietbeurt. Je kunt hun groei ook ondersteunen door bij het planten in de herfst een algemene meststof toe te voegen, en vervolgens om de vier à vijf weken in het voorjaar bij te mesten.
6. Let op voor plagen en ziektes
Gelukkig hebben viooltjes weinig last van plagen, al kunnen slakken of naaktslakken soms een probleem vormen. Meeldauw is een veelvoorkomende schimmelziekte, maar die kun je meestal voorkomen – net als de meeste plagen – door ervoor te zorgen dat de planten voldoende zonlicht krijgen, vruchtbare grond hebben en goed gedraineerd staan.