Skip to Content

6 stappen om aardbeien te kweken uit aardbeien

Aardbeien behoren tot de meest heerlijke vruchten en bieden talloze gezondheidsvoordelen. Door ze in je eigen tuin te kweken, geniet je van verse en biologische oogst, met een smaak die met niets te vergelijken is.

Als je een paar aardbeien bij de hand hebt, kun je ze gebruiken voor vermeerdering. Hiervoor heb je natuurlijk de zaden nodig.

In dit artikel laat ik je zien hoe je in een paar eenvoudige stappen aardbeien kunt kweken uit aardbeien.

Laten we beginnen!

1. Bereid je tuin voor

Voordat je een plek in je tuin kiest om aardbeien te planten, zijn er een paar dingen die je moet weten.

Allereerst houden deze vruchten van zonlicht, dus kies een plek die ongeveer zes uur per dag direct zonlicht ontvangt.

Hoewel aardbeien van de zon houden, verdragen ze geen extreem hoge temperaturen. Als je in een warmer klimaat woont, is het verstandig een plek te kiezen waar ze in de hete zomer­middagen gedeeltelijk in de schaduw staan.

Je kunt deze vruchten kweken in verhoogde bedden, rechtstreeks in de volle grond planten, of in potten telen als je weinig ruimte hebt.

Zodra je een geschikte plek hebt gevonden, kun je de grond voorbereiden. Onthoud dat aardbeien goed gedijen in licht zure grond, met een pH tussen 5,5 en 6,5.

Pas de zuurgraad aan indien nodig voordat je de aardbeien plant, om problemen te voorkomen.

2. Haal de zaden eruit

Het handige aan aardbeien is dat hun zaden aan de buitenkant zitten en je ze eenvoudig kunt verzamelen om te gebruiken voor vermeerdering.

Gebruik een dun mesje om de schil voorzichtig af te snijden. Zorg dat de plakjes dik genoeg zijn zodat je de zaden niet beschadigt. Laat een beetje vruchtvlees aan de schil zitten — dat kun je opeten!

Leg de plakjes aardbei op een papieren handdoek, zodat het overtollige vocht wordt opgenomen.

Laat de stukjes vervolgens zes tot acht uur drogen.

3. Laat ze ontkiemen

Wanneer de plakjes aardbei droog zijn, is het tijd om de zaden te laten ontkiemen.

Je hebt enkele kleine bakjes nodig die gevuld zijn met potgrond. Plastic bekertjes werken prima.

Leg de plakjes op de grond in elk bakje en bedek ze licht met een laagje aarde. Besproei de grond vervolgens met wat water, maar wees voorzichtig dat je niet te veel geeft.

Zet de bakjes op een plek met helder, indirect licht. Houd de grond vochtig totdat de eerste echte aardbeienblaadjes verschijnen.

4. Verplanten

Zodra de echte blaadjes zichtbaar zijn, betekent dit dat de aardbeien klaar zijn om in de tuin geplant te worden. Wees voorzichtig bij het uitnemen van de jonge plantjes uit hun bakjes, zodat je de tere wortels niet beschadigt.

Plant de aardbeien zo dat de wortels onder het grondoppervlak zitten, terwijl de kroon net boven de aarde blijft. Zorg voor een afstand van ongeveer vijftig centimeter tussen de planten.

Je kunt de groei stimuleren door een laag mulch rond de planten aan te brengen. Dennenstro werkt uitstekend als mulch voor aardbeienplanten.

5. Goed water geven

Als vuistregel kun je pas geplante aardbeien twee keer per week water geven. Dit geldt echter alleen onder gunstige omstandigheden.

Het is altijd beter om eerst de grond te controleren: geef water wanneer de bovenste laag licht is uitgedroogd.

Als de grond nog vochtig aanvoelt, wacht dan liever een paar dagen. Te veel water kan leiden tot problemen zoals wortelrot, verwelking en een slechte oogst.

6. Oogsten

Wanneer je alle stappen correct volgt, kun je ongeveer vijf weken na de bloei de eerste aardbeien oogsten.

Pluk de aardbeien zodra ze rood zijn en draai de steeltjes voorzichtig los om de vruchten niet te beschadigen.

En dat is alles! Je kunt heerlijke aardbeien kweken uit aardbeien, zonder veel moeite. Volg gewoon onze richtlijnen en geniet van de hemelse smaak van je zelfgekweekte aardbeien.