Het beginnen van je eigen groentetuin kan een opwindende ervaring zijn, maar laten we eerlijk zijn, het kan ook een beetje overweldigend zijn.
De gedachte om je weg te vinden door een doolhof van ruimtebeperkingen, voeding en planttechnieken kan zelfs de meest ervaren tuinier doen huiveren.
Maar maak je geen zorgen! Ervaren tuiniers en auteurs hebben advies gegeven over enkele van de meest voorkomende fouten die je kunt maken in de tuin en manieren om deze op te lossen.
Dus laten we er meteen induiken!
1. De verkeerde locatie kiezen

Een van de meest gemaakte fouten in de tuin is het kiezen van de verkeerde locatie, zegt meester-tuinier Scott Wilson.
Veel tuiniers kiezen een plek simpelweg omdat die vrij is in hun achtertuin, legt Wilson uit. Maar die plek krijgt misschien niet genoeg zonlicht voor bepaalde groenten, of juist te veel.
De enige manier om zeker te weten of je locatie geschikt is, is door goed rond te kijken. Let op zon en schaduw, en kies bij voorkeur een plek die meer zon dan schaduw krijgt, idealiter zes uur zon per dag, adviseert Wilson.
Heb je al een tuin en wil je deze niet verplaatsen, dan kun je altijd groenten planten die passen bij de hoeveelheid licht die jouw tuin biedt.
Zorg ervoor dat er water in de buurt is, zodat je geen slangen hoeft te verslepen. En als je huisdieren of dieren hebt, plaats je tuin dan waar ze hem niet kunnen verstoren.
Kies ook een plek die makkelijk bereikbaar is, want hoe verder weg de tuin ligt, hoe minder vaak je geneigd bent ernaartoe te gaan.
2. Verkeerde tuingrootte
Een andere veelgemaakte fout bij beginnende tuiniers is het kiezen van de verkeerde tuingrootte.
Volgens Wilson proberen we vaak te groot te beginnen.
Hoewel het eenvoudig lijkt – wat zaadjes strooien en af en toe water geven – komt er veel werk bij kijken.
Als je te groot begint, kun je overweldigd raken door onkruid, insecten en allerlei andere problemen, waarschuwt Wilson. Dit kan ertoe leiden dat je aan het einde van het seizoen uitgeput bent en geen zin meer hebt om door te gaan.
Daarom is het beter klein te beginnen, raadt Wilson aan. Maak één of twee bedden en breid geleidelijk uit. Je kunt zelfs starten met een kleine containertuin, omdat die gemakkelijker te onderhouden is. Van daaruit kun je doorgroeien naar verhoogde bakken of een vollegrondstuin.
3. Op het verkeerde moment planten

Een veelgemaakte fout bij het planten of zaaien is het verkeerde moment kiezen. We willen allemaal graag vroeg beginnen, maar het te vroeg uitplanten van zaailingen of zaaien in koude grond kan ze beschadigen of zelfs doden.
Woon je in een gebied met sneeuw, kou en vorst, dan is het belangrijk je laatste vorstdatum te kennen, herinnert Wilson.
Dit helpt je om de tuin op het juiste moment te starten, wanneer de grond warm genoeg is voor je planten. Je kunt ook berekenen wanneer je binnen moet zaaien, zodat de zaailingen klaar zijn om naar buiten te gaan zodra het weer gunstig is.
Wilson benadrukt ook de eerste vorstdatum in de herfst, die belangrijk is als je koel-seizoensgewassen zoals spinazie wilt planten.
Daarnaast moet je rekening houden met de eisen van planten. Kunnen ze de omstandigheden van jouw regio aan? Kies planten die dat kunnen, zodat je verzekerd bent van een rijke oogst.
4. De verkeerde planten kiezen
De sleutel tot een succesvolle tuin en een rijke oogst is het kiezen van de juiste planten voor jouw klimaat.
Sommige planten zijn gedoemd te mislukken zodra ik ze in de grond zet, merkt Wilson op.
Hij adviseert ook om rekening te houden met de locatie.
Zet een plant die zon nodig heeft niet in de schaduw. Zet een plant die schaduw nodig heeft niet in de volle zon. Zet een plant die vocht nodig heeft niet in droge grond.
Er zijn veel factoren die bepalen welke planten geschikt zijn voor jouw tuin. De verkeerde planten kiezen, werkt simpelweg niet.
Hier zijn nog enkele andere fouten die Wilson noemt, zoals slechte bodemkwaliteit, verkeerd water geven en onvoldoende voeding:
5. Planten te dicht op elkaar zetten
Auteur Benedict Vanheems waarschuwt zowel beginners als ervaren tuiniers voor deze fout: planten te dicht op elkaar zetten.
Hij legt uit dat zaailingen die dicht op elkaar staan er in het begin sterk en gezond uit kunnen zien, maar al snel gaan concurreren om ruimte en voedingsstoffen. Daardoor worden ze zwak, lang en dun, wat leidt tot een teleurstellende oogst – als er überhaupt nog iets te oogsten valt.
Wat te doen als je meer zaadjes hebt gezaaid dan er in één plek passen? Dun ze uit!
Wees streng, zegt Vanheems: laat alleen de sterkste en gezondste zaailingen staan.
Daarnaast raadt hij aan om vooruit te plannen en te bepalen hoeveel planten je nodig hebt voordat je begint. Zo verklein je de kans dat ze te dicht op elkaar komen te staan en geef je ze de beste omstandigheden om te groeien.
6. De natuur negeren

Ook al beginnen en plannen we onze tuin, deze blijft onderdeel van het lokale ecosysteem. Dat betekent dat plagen zoals bladluizen en witte vliegen soms op je groenten verschijnen.
Vanheems raadt tuiniers aan hier niet ontmoedigd door te raken. Reken op af en toe een aanval, zegt hij, maar bestrijd dit met de kracht van de natuur.
Hij raadt combinatieteelt aan als natuurlijke manier om plagen te bestrijden. Bloemen trekken zweefvliegen aan – natuurlijke vijanden van deze plagen – en beschermen zo je planten.
Heb je vroeg in het seizoen last van plagen, plant dan vroegbloeiende bloemen, zoals narcissen.
Je kunt ook wat wortels, knoflook en uien in de grond laten zitten gedurende de winter, zodat ze in het voorjaar bloeien en bestuivers en nuttige insecten aantrekken.
Deze grafiek voor combinatieteelt van kruiden geeft waardevolle informatie over welke kruiden je met groenten kunt combineren voor een maximale oogst.
Vanheems stelt ook voor om kolen af te dekken met netten, zodat vlinders er geen eitjes op kunnen leggen die later rupsen worden en je planten vernielen. Je kunt ze ook in een apart bed zetten om dit makkelijker te maken.
En vergeet niet je wortelen af te dekken met fijn gaas om wortelvliegen te voorkomen.
7. Voeding verwaarlozen

Je groenten hebben de juiste voeding nodig om sterk en gezond te groeien, en dat betekent de bodem verrijken met compost of verteerde mest voordat je gaat planten.
Je kunt deze materialen ook gebruiken als mulch rond je planten. Je hoeft het niet door te spitten; gewoon een laag van 2 tot 5 cm rond je groeiende planten strooien helpt al, en onderdrukt bovendien onkruid.
Deze organische stof voedt de nuttige microben in de bodem en helpt de wortels om alle mineralen op te nemen die ze nodig hebben.
Compost en goed verteerde mest verbeteren ook de bodemstructuur: kleigrond wordt luchtiger en zandgrond houdt beter vocht vast.
Vergeet ook potplanten niet; zij zijn volledig afhankelijk van jou voor hun voeding. Zodra de voedingsstoffen in de potgrond zijn opgebruikt, zul je vloeibare voeding moeten geven, zoals tomaten- of smeerwortelvoeding.
Hier zijn nog enkele andere tips van Vanheems: