Skip to Content

9 verrassende feiten over narcissen die je zullen verbazen

Nu de lente in volle gang is, hebben we allemaal vast al vrolijke narcissen in de zon zien staan.

Je kunt heel eenvoudig zelf narcissen planten en genieten van hun prachtige bloei bij jou thuis.

Hieronder vind je handige tips en weetjes om zelf te beginnen, én een aantal interessante feiten die je nog meer zullen laten waarderen wat deze bloemen te bieden hebben.

Korte mythologische en historische achtergrond voordat we beginnen

Narcissen behoren tot de Griekse bloemen en kennen een fascinerende mythologie.

Het verhaal begint met een knappe jongeman die enkel oog had voor zichzelf en zichzelf bewonderde in het wateroppervlak. Hij kwijnde weg, en op de plek waar hij verdween, verscheen een narcis.

Deze mythe ondersteunt de moderne herkomst die Zuid-Europa en delen van Noord-Afrika aanwijst als oorsprong van deze bloem.

Naarmate de tijd verstreek, verspreidden narcissen zich over Europa. Van daaruit was het eenvoudig voor de eerste kolonisten om ze naar Noord-Amerika te brengen, maar pas na interesse van Nederlandse kwekers werden ze echt populair.

Het goede nieuws is dat narcissen helemaal niet veeleisend zijn. Ze groeien uit bollen waarin ze koolhydraten opslaan, zodat ze kunnen overwinteren en het volgende jaar nog sterker terugkomen.

Deze bolgewassen zijn moeilijker uit te spreken dan te kweken! Overigens zijn tulpen en amaryllissen ook leden van deze groep.

Het verbaast me hoe weinig ik vroeger wist over deze veelvoorkomende bloemen. Sommige feiten zullen je verrassen, andere zorgen ervoor dat je narcissen jarenlang blijven bloeien.

Laten we meteen beginnen!

1. Geen meststof nodig

Dit feit vond ik verbazingwekkend: narcissen hebben nauwelijks mest nodig. Ze zijn een van de vroegste lentebloeiers en hoeven dus niet te concurreren met andere bloemen om voedingsstoffen.

In de winter zijn micro-organismen in de bodem nog steeds actief en breken ze organisch materiaal af. Dit verhoogt de vruchtbaarheid van de grond, waardoor narcissen perfect kunnen groeien zonder extra bemesting.

Twijfel je? Test je grond, en als je geen ‘blinde’ narcissen ziet, is bemesten niet nodig.

2. Blinde narcissen bestaan echt

Geen enkele bloem kan daadwerkelijk zien, maar met ‘blinde’ narcissen bedoelen we planten met gezond, diepgroen blad zonder knoppen.

Hoe ontstaat dit?
Is het het eerste jaar na aanplant, dan heb je ze waarschijnlijk op het verkeerde moment geplant, of niet diep genoeg. Plant ze in september, op 10 tot 15 centimeter diepte (tweemaal de hoogte van de bol).

Als het oudere narcissen betreft, zijn vaak een tekort aan voedingsstoffen of te vroeg gesnoeid blad de oorzaak.

Voeg compost of beendermeel toe en snoei het blad pas als het geel wordt en vanzelf afsterft.

Tot slot kunnen ziekten of plagen ook blinde narcissen veroorzaken. Gooi in dat geval aangetaste bollen weg en vervang ze door gezonde exemplaren.

3. Narcissen bewegen in de grond

Bollen planten is iets lastiger dan zaaien: je kunt ze niet zomaar verspreiden.

Je moet bollen met de juiste kant omhoog planten. Maar als je niet weet wat de boven- of onderkant is, plant de bol dan zijwaarts!

Narcissen hebben samentrekkende wortels waarmee ze hun positie in de grond kunnen aanpassen.

Ze trekken of duwen zichzelf naar de juiste diepte. Zelfs als je een bol zijwaarts plant, draait hij zich vanzelf goed.

4. Laat het blad na de bloei met rust

Als de lente voorbij is en de bloemen zijn verdwenen, wil je misschien ook het groene blad verwijderen. Doe dit niet: het blad is nodig voor de fotosynthese en zorgt ervoor dat de bol genoeg energie opslaat om de winter te overleven.

Dode bloemen kun je verwijderen (toppen), maar laat het blad minstens 4 tot 6 weken zitten, tot het vergeelt en vanzelf afsterft.

Plant je narcissen in het gras, markeer het blad dan met een steen of lint, zodat je het niet per ongeluk maait.

5. Weinig waarde voor bestuivers

Narcissen zijn niet bijzonder geliefd bij bestuivers. Ze bloeien vroeg, maar bijen en kolibries mijden ze meestal als er alternatieven zijn.

Dat komt doordat de meeste bollen die je koopt hybriden zijn en weinig tot geen stuifmeel bevatten.

Gelukkig zijn er nog niet-gehybridiseerde narcissen die wél bestuivers aantrekken met hun kleurige, buisvormige bloemen.

6. Narcissen zijn giftig

Volgens S. Mekonnen zijn alle delen van de narcis giftig voor mens en dier, vooral de bol. Deze bevat lycorine, dat bij inname kan leiden tot misselijkheid, braken, diarree en buikpijn.

Bij dieren kunnen zelfs hoge bloeddruk, leverschade en duizeligheid optreden.

Daarnaast bevatten narcissen calciumoxalaat, wat huidirritatie en een branderig gevoel kan geven bij aanraking of inname.

Zet narcissen daarom buiten bereik van kinderen en huisdieren. De meeste dieren weten instinctief dat ze deze planten moeten mijden.

Plant ze gerust langs de moestuin: ze houden ongedierte en wilde dieren op afstand.

7. Ze laten andere snijbloemen verwelken

Wil je een vrolijk boeket met narcissen? Weet dan dat narcissen niet goed samengaan met andere snijbloemen. Ze scheiden een giftig sap uit dat andere bloemen in dezelfde vaas snel doet verwelken.

Dit sap bevat alkaloïden vergelijkbaar met latex.

Wil je toch narcissen in een gemengd boeket, zet ze dan eerst 24 uur apart in water. Daarna kun je ze bij andere bloemen in een schone vaas zetten.

8. Laat narcissen verwilderen

Hoewel ze niet inheems zijn in Noord-Amerika, kunnen narcissen daar wel verwilderen als je ze hun gang laat gaan.

Plant ze langs je schutting en laat ze zich verspreiden. Kies wel voor niet-gehybridiseerde soorten, die trekken ook bestuivers aan en blijven jarenlang terugkomen.

Let bij aanschaf op de aanduiding ‘geschikt voor verwildering’.

9. Narcissen zijn ideaal voor beginners

Eén van de fijnste eigenschappen van narcissen: ze zijn uiterst geschikt voor beginnende tuiniers.

Ze hebben geen mest nodig, zijn winterhard en verzorgen zichzelf. Je hoeft ze dus niet om de paar jaar op te graven en te delen.

Je kunt ze zowel in de volle zon als in halfschaduw planten; in de zon bloeien ze uitbundiger.

Narcissen groeien op allerlei soorten grond en je hebt nauwelijks last van plagen of ziekten. Dankzij hun giftigheid laten dieren ze met rust.

Reden genoeg dus om narcissen te planten!

Hopelijk ben je nu ook enthousiast om narcissenbollen te kopen!

Referenties:

1. Drotz, S. H., Sparrman, T., Nilsson, M. B., Schleucher, J., & Öquist, M. G. (2010). Both Catabolic and Anabolic Heterotrophic Microbial Activity Proceed in Frozen Soils. PNAS.

2. Mekonnen, S. (n.d.). Daffodils – Beautiful but Potentially Toxic. Poison Control, National Capital Poison Center.