Hoe hard je ook probeert om ze weg te houden, ongewenste beestjes vinden op een gegeven moment hun weg naar je tuin. Maar niet alle insecten zijn slecht. En door de juiste soorten in je tuin te verwelkomen, kun je juist werk besparen en zorgen voor een gezondere, productievere tuin.
Van bestuivers tot roofdieren en bodemleven, hier is een korte lijst van de goede jongens en wat je kunt doen om ze in je tuin aan te moedigen.
Bestuivers
- Bijen
Je raadt het al: bijen staan bovenaan deze lijst! Pollinator Partnership geeft een lange lijst van planten die profiteren van bijen, waaronder meloenen, pompoenen, bosbessen, aardbeien en tomaten – en vergeet koffie en chocolade niet. In de VS worden driekwart van alle vruchten, groenten en noten bestoven door bijen, en er komen liefst 4.000 soorten bijen voor.
De truc is om verschillende inheemse bijensoorten aan te trekken, want elke soort heeft z’n eigen talenten. Zo zijn squashbijen perfecte bestuivers van pompoenen en komkommers. Plant variatie in bloemen – qua grootte, vorm en kleur – en kies bij voorkeur inheemse soorten die met bijen zijn mee-geëvolueerd. Laat bloemen in verschillende seizoenen bloeien, zodat bijen het hele groeiseizoen blijven hangen. Guldenroede, purperklaver en zonnehoed zijn hier perfecte voorbeelden. - Vlinders
Vlinders zijn misschien minder efficiënt dan bijen, maar belangrijk als bestuivers, zeker in kruidentuinen. Gardener’s Supply Company raadt aan om venkel, dille en zijdeplant te planten, die voedsel vormen voor rupsen. Bloemen die vlinders aantrekken zijn bijvoorbeeld monnikskruid, goudsbloem, lavendel, Oost-Indische kers, oregano, zonnehoed en duizendblad – allemaal ook bruikbaar als kruid of medicijn. - Vliegen
Ook al worden ze vaak als last beschouwd, vliegen zijn nuttige bestuivers. Pollinator Partnership beschrijft ze als generalisten: ze bestuiven heel uiteenlopende bloemen, vooral kleine bloemen in schaduwrijke plekken. Guldenroede, planten uit de wortelfamilie en de Amerikaanse papayaboom (met eetbare vruchten) profiteren allemaal van vliegen.
Roofdieren
- Libellen
Libellen maken tuinieren aangenamer, want ze eten muggen, knutjes en vliegen. Zorg voor een waterpartij en waterplanten – of richt een moeras- of regentuin in – om libellen aan te trekken. - Lieveheersbeestjes
Volwassen lieveheersbeestjes eten bladluizen en andere zachte insecten, maar volgens Mike van Gardens Alive! Zijn het vooral de larven die echt de grote klappers maken. Plant kleine bloeiende planten zoals dille en venkel om zowel larven als volwassen lieveheersbeestjes te verwelkomen. - Gaasvliegen
Gaasvliegen staan op hetzelfde niveau als lieveheersbeestjes – hun larven vreten bladluizen op. Volgens Barbara Pleasant van Mother Earth News eten gaasvliegenlarven tot 600 bladluizen gedurende hun levenscyclus. Ze eten ook koolwitjes en witte vlieg. Sprenkel wat suikerwater op bladluizen-populaties: dat lijkt op bladluizendauw en trekt hun natuurlijke vijanden aan. - Parasitaire wespen
Parasitaire wespen zijn fascinerend: ze leggen hun eitjes in rupsen, bladluizen, schild- en witte vliegen. Dan komen de larven uit en voeden zich met het slachtoffer. Planten met kleine bloemen zoals dille, venkel en fluitenkruid trekken deze wespen aan. - Soldaatjes (soldaatkevers)
Volwassen soldaatkevers eten bladluizen, maar vooral hun larven richten schade aan: ze eten andere insectenlarven en eieren, inclusief kevers, motten en sprinkhanen. Goudsbloemen, enkelbloemige goudsbloemen en bloeiende kruiden trekken ze aan.
Bodemdieren
- Regenwormen
Regenwormen zijn geen insecten, maar onmisbaar voor gezonde grond. Rodale’s Organic Life noemt ze “ploeg van de natuur” – ze werken zelfs harde grond om en zorgen voor beluchting. Bovendien produceren ze dagelijks een gewicht aan wormenhumus, een rijke meststof. Trek meer regenwormen aan met organische, stikstofrijke compost. Chemische meststoffen daarentegen verdrijven ze door zoutophoping. - Mieren
Mieren zijn misschien lastig te accepteren, maar ze zijn goed voor de bodemgezondheid. Volgens Fine Gardening bewerken ze net zoveel grond als regenwormen en zorgen ze voor bodembeluchting en nutriëntenverspreiding. Daarnaast ruimen ze dood insecten op, wat bijdraagt aan compostvorming. - Duizendpoten en pissebedden
Om verrassing te voorkomen: deze beestjes eten schimmels en bacteriën op rottend plantenmateriaal, versnipperen dit en verrijken de bodem. Maar als er onvoldoende dood materiaal is, kunnen ze ook jonge plantenwortels eten.
Kortom: wespen zijn niet altijd je vijand. Door bepaalde insecten en bodemdieren bewust uit te nodigen, creëer je een natuurlijk evenwicht in je tuin. Doordat sommige soortgenoten roofdieren zijn, houden ze plagen onder controle. Zo voorkom je chemicaliën, geniet je van bestuiving én versterk je de bodemstructuur – allemaal voordelig voor jou en het leven in de tuin.