Aardbeien behoren tot de gemakkelijkste vruchten om te vermeerderen. Vandaag gaan we het hebben over het vermeerderen van aardbeien die in potten en bakken zijn gekweekt — een soort verticale tuin dus. Zo zien ze er op dit moment uit:
Zoals je kunt zien, voelen ze zich duidelijk goed in hun omgeving – ze hebben dit seizoen veel aardbeien en uitlopers geproduceerd. En dankzij hun verticale groei hoef je niet op je knieën te gaan om te oogsten!
De levenscyclus van aardbeien

Aardbeien hebben meestal twee tot drie productieve jaren voordat hun kwaliteit begint af te nemen. Commerciële telers raden vaak aan om in het eerste jaar alle uitlopers en bloemen te verwijderen, zodat de plant zich kan vestigen (net als bij fruitbomen).
De meeste hobbytuiniers doen dat echter niet en laten de planten gewoon hun gang gaan. Nadat ze zich hebben gevestigd, zijn ze ongeveer twee tot drie jaar productief en beginnen ze daarna te verzwakken – dan is het tijd om je gewassen te vernieuwen.
Het mooie van aardbeien is dat ze zelf uitlopers produceren, en dat is precies hun natuurlijke manier van voortplanten.
Als je ze in de volle grond kweekt, kun je een paar van die uitlopers laten wortelen, want zodra ze vochtige grond raken, vormen ze wortels bij de knoop. Wanneer de moederplant veroudert, zal de nieuwe plant al beginnen te wortelen en groeien.
Laat echter niet alle uitlopers wortelen, want dan raken de planten overvol en krijg je kleinere vruchten.
Bij verticale tuinen is dat meestal geen probleem. Voor het vermeerderen van aardbeien in een verticale opstelling heb je nieuwe potten en een plastic draaisysteem nodig, zodat je de planten gemakkelijk kunt draaien.
De juiste container kiezen
Het eerste waar je rekening mee moet houden bij het kweken van aardbeien in potten, is het type container dat je gebruikt. Traditionele potten zijn vaak van terracotta of geglazuurd keramiek en hebben kleine vakjes. Deze zijn echter zwaar en bieden weinig ruimte.
In een verticale tuin kun je tot wel dertig aardbeienplanten laten groeien op een klein oppervlak!
Aardbeien hebben geen diepe potten nodig, omdat ze ondiepe wortels hebben. De diepte is dus minder belangrijk dan het oppervlak: plant ze niet te dicht bij elkaar. Een afstand van ongeveer dertig centimeter is ideaal, met maximaal vier planten per vierkante meter.
Containers zoals deze zijn daar uitstekend voor geschikt:

De juiste soort kiezen
Het tweede waar je op moet letten, is de variëteit die je kiest. Vermijd juni-dragende soorten, want die produceren slechts gedurende een korte periode.
Een goede keuze is bijvoorbeeld de Seascape-variëteit, een doordragende aardbei die het hele seizoen door vruchten geeft.
Water en voeding
Bij verticale teelt is water geven cruciaal. Tijdens de zomer geef je meestal één keer per dag water, zelfs bij hoge temperaturen. Vergeet daarnaast niet te bemesten.
Veel tuiniers gebruiken Berry-tone-meststof voor hun aardbeien, maar elk merk dat geschikt is voor bessen werkt prima. Bemest twee keer per jaar zodra de planten goed zijn gevestigd.
De uitlopers gebruiken
Nu is het tijd om te kijken hoe je nieuwe planten maakt met behulp van de uitlopers. Zo ziet een groep uitlopers eruit:
Je ziet hier meerdere jonge plantjes, waarbij degene die het dichtst bij de moederplant zit meestal het sterkst is. Deze uitlopers nemen veel energie van de moederplant; als je wilt dat je plant productief blijft, knip dan de meeste (of zelfs alle) uitlopers weg.
Als je echter buiten kweekt en je de plant wilt vermeerderen, laat dan een paar uitlopers zitten en geef ze de kans om te wortelen.
Laat de jonge plant voorlopig aan de moederplant vastzitten, zodat ze voeding blijft krijgen tot ze wortels heeft gevormd. Knip haar daarna pas los.
Je kunt ook een klein zakje aarde rond de jonge plant aanbrengen om wortelvorming te stimuleren. Na vier tot zes weken, zodra de wortels zijn gevormd, kun je de uitloper losknippen. Dit is echter niet per se nodig voor succesvolle verticale teelt.
Stappen voor vermeerdering

Begin met het opzetten van de eerste laag boven op de plastic draaischijf. Vul de laag met aarde en ga dan verder met de volgende. Als je een container gebruikt zoals eerder getoond, kun je zes uitlopers vastzetten.
Gebruik een tuinpen of grondhaak om de uitloper vast te zetten, zodat het uiteinde in contact blijft met de aarde. Het zou er ongeveer zo uit moeten zien:
Plaats vervolgens de watertray erbovenop en voeg daarna de volgende laag toe. Herhaal dit proces helemaal tot bovenaan.
Draai de constructie niet gedurende vier tot zes weken, zodat de wortels goed kunnen vormen. Uiteindelijk zou het er zo uit moeten zien:
Wanneer dit klaar is, ga je terug naar de moederplant en verwijder je de resterende uitlopers die niet zijn gebruikt voor vermeerdering. Laat eventueel een paar extra’s zitten voor een volgende ronde.
Als je wilt, kun je de losgeknipte uitlopers direct in de grond planten. Toch is het het beste om ze tijdens de vermeerdering verbonden te laten met de moederplant.
Geef de planten voldoende water en voeg wat meststof toe zodat ze genoeg vocht en voedingsstoffen hebben om goed te groeien en te bloeien.