Wanneer je een winkel binnenloopt, valt er misschien niets bijzonders op aan de honing. Er lijkt altijd evenveel te zijn.
Toch hebben imkers de afgelopen jaren steeds meer moeite gehad. Rapporten tonen aan dat bijen in de Verenigde Staten sinds de jaren negentig minder honing produceren. In 2021 daalde de honingproductie per bijenkolonie zelfs met 14% vergeleken met 2020. (1)
Maar waarom gebeurt dit eigenlijk?
Een nieuw onderzoek van wetenschappers aan de Penn State University analyseerde gegevens van de afgelopen vijftig jaar om te achterhalen waarom de honingproductie afneemt. De resultaten waren op zijn minst gezegd schokkend.
De oorzaken van de daling

De gegevens wezen erop dat veranderingen in het klimaat, het gebruik van pesticiden en landgebruik allemaal bijdragen aan de dalende honingproductie. Deze factoren beïnvloeden de bloemen en nectarbronnen die bijen nodig hebben om honing te maken.
Enkele van de belangrijkste variabelen in het onderzoek waren klimatologische omstandigheden en bodemvruchtbaarheid. De biologische, fysieke en chemische eigenschappen van de bodem hebben namelijk een directe invloed op de plantengroei – de voedselbron die essentieel is voor honingbijen.
Het onderzoek toonde aan dat zowel zuidelijke als noordelijke staten meer honing produceerden wanneer hun bodem de plantengroei goed ondersteunde.
Hoofdonderzoekster Gabriela Quinlan koppelde de afname van de honingproductie na 1992 aan klimaatverandering. Zij stelt dat deze verschuivingen in de toekomst waarschijnlijk nog duidelijker zichtbaar zullen worden.
Het is nog onduidelijk hoe klimaatverandering de honingproductie verder zal beïnvloeden, maar onze bevindingen kunnen helpen om deze veranderingen te voorspellen, verklaarde ze.
Een bredere blik dan eerdere onderzoeken
Er zijn al eerder studies uitgevoerd naar de oorzaken van bloeirijkdom en honingproductie. De meeste richtten zich echter op specifieke regio’s, terwijl dit onderzoek gegevens uit het hele vasteland van de Verenigde Staten over een periode van vijf decennia omvatte.
Dit stelde de onderzoekers in staat om uiteenlopende factoren te onderzoeken die de bloem- en nectarproductie beïnvloeden, essentieel voor alle bestuivers – niet alleen voor honingbijen.
Belang van bloemenrijkdom en nectarbronnen

Een grote zorg voor bestuivers is de beschikbaarheid van voldoende planten die nectar produceren, hun belangrijkste voedselbron. Verschillende regio’s bieden verschillende omstandigheden voor bloei, afhankelijk van hun klimaat.
Daarom is het belangrijk om landschappen te identificeren die bijen ondersteunen.
Honingbijen zijn bijzonder goed in het vinden van voedsel. Ze verzamelen nectar van talloze bloemsoorten. Dit bracht Quinlan tot de vraag: als imkers minder honing oogsten, betekent dat dan ook dat er in het algemeen minder bloem- en nectarbronnen beschikbaar zijn voor bestuivers?
Nieuwe inzichten in bodemkwaliteit
Een van de meest opvallende bevindingen van het onderzoek was het belang van bodemproductiviteit – een factor die in eerdere studies onvoldoende werd meegenomen.
Eerder onderzoek richtte zich voornamelijk op de voedingsstoffen in de bodem, maar liet andere factoren, zoals temperatuur, structuur en textuur, buiten beschouwing. Ook deze aspecten beïnvloeden echter de bodemvruchtbaarheid en dus de voedselbronnen van bestuivers.
Opmerkelijk genoeg bleek uit het onderzoek dat minder sojateelt en meer land binnen het Conservation Reserve Program de honingproductie ten goede kwamen.
Daarnaast onthulde het onderzoek dat het gebruik van herbiciden een belangrijke rol speelt bij de afname van de honingproductie. Herbiciden vernietigen namelijk bloeiende onkruiden, die een cruciale voedselbron vormen voor bijen.
Wat kunnen we doen?
In het licht van dit onderzoek rijst de vraag of wij iets kunnen doen.
Zeker! We kunnen het gebruik van herbiciden en pesticiden in onze eigen tuinen verminderen. Ook het aanplanten van bijvriendelijke bloemen en planten kan helpen.
Natuurlijk heeft grootschalige landbouw de grootste impact op bestuivers, de beschikbaarheid van bloemen en de honingproductie. Toch kan zelfs een kleine verandering op de lange termijn een groot verschil maken.
Het onderzoek werd oorspronkelijk gepubliceerd in Environmental Research Letters.
Bronnen:
- Honey (2022). USDA.