Uitlopen, ook wel “chitten” genoemd, is het proces waarbij aardappelen uitlopen. We hebben allemaal wel eens aardappelen in de voorraadkast laten liggen die uitlopers hebben gekregen zo lang als een regenworm.
Het goede nieuws is dat je deze aardappelen nog steeds kunt eten, zolang je de schil en de uitlopers verwijdert. Het nóg betere nieuws is dat je ze kunt planten en er nieuwe, smakelijke aardappelen uit kunt laten groeien.
En als je niet zeker weet of, en hoe, je het uitlopen van aardappelen moet stimuleren, lees dan hier alles wat je over dit proces moet weten.
Laten we beginnen.
Vergroot het chitten van aardappelen je oogst?
Technisch gezien levert het chitten van aardappelen geen grotere oogst op. Uit één pootaardappel kun je ongeveer tien nieuwe aardappelen verwachten, afhankelijk van de groeiomstandigheden en het weer.
Voorgekiemde aardappelen leveren in principe hetzelfde resultaat.
Toch geeft het laten uitlopen van aardappelen vóór het planten je een voorsprong en versnelt het de oogst. Op die manier kun je zelfs een tweede ronde planten en mogelijk je opbrengst verdubbelen.
Aardappelen voorkiemen

Als je je aardappelen lange tijd laat liggen, zullen ze vanzelf uitlopen. Maar als je het proces wilt versnellen, kun je het volgende doen.
Plaats de aardappelen in eierdozen met de ogen (de kleine putjes of knobbeltjes) naar boven gericht. Als je aardappelen te groot zijn voor eierdozen, kun je een andere houder gebruiken. Het belangrijkste is dat ze stevig blijven liggen en niet gaan rollen, zodat de uitlopers niet beschadigen.
Omdat het uitlopen enkele maanden duurt, zijn januari en februari ideale maanden om te beginnen, afhankelijk van wanneer je de aardappelen gaat planten.
Je kunt aardappelen laten uitlopen op een lichte of donkere plek. Bij licht ontstaan sterke uitlopers die minder snel breken, terwijl bij donkerdere omstandigheden de uitlopers fragieler zijn.
De ideale temperatuur voor het laten uitlopen van aardappelen ligt tussen 10 en 21 graden celsius als je ze op een zonnige plek bewaart. Kies je voor de donkere methode, plaats de aardappelen dan in een garage, kelder of andere ruimte waar het niet vriest.
Zodra de aardappelen uitlopers hebben van ongeveer 2,5 centimeter lang, kun je beginnen met planten. Als ze langer worden, breken ze gemakkelijk, dus wacht niet te lang.
Het planten van uitgelopen aardappelen

Nu je de aardappelen hebt voorbereid, kun je ze in de grond zetten. Als de grond nog te koud is, wacht dan nog even, maar laat de uitlopers niet te lang worden, want dan worden ze te kwetsbaar.
Bij het planten graaf je een geul van ongeveer 15 centimeter diep en houd je een afstand van ongeveer 40 centimeter tussen elke pootaardappel. Zo geef je de planten voldoende ruimte om te groeien en zich te verspreiden.
Een veelgemaakte fout onder tuiniers is dat ze aardappelen te dicht bij elkaar planten, dus let erop dat je dat niet doet.
Plaats de aardappelen in de grond met de uitlopers naar boven gericht. Bedek ze met aarde, maar druk de grond niet aan om breken van de uitlopers te voorkomen.
Een handige tip is om aardappelen direct na een regenbui te planten. Als dat niet mogelijk is, geef ze dan een flinke gietbeurt zodat ze voldoende vocht hebben om te starten met groeien.
Voorgekiemde aardappelen komen veel sneller boven de grond dan niet-uitgelopen exemplaren, dus houd ze regelmatig in de gaten.
Wanneer de jonge scheuten ongeveer 10 centimeter hoog zijn, kun je beginnen met het ophogen van de grond rond de planten. Herhaal dit nog een keer wanneer ze nog eens 20 centimeter zijn gegroeid, en laat ze daarna verder met rust om hun werk te doen.
Aardappelen delen voor een maximale oogst

Zoals eerder vermeld, levert het voorkiemen zelf geen grotere oogst op. Het zorgt alleen voor een snellere start en een eerdere opkomst van de jonge planten.
Er is echter één manier om je opbrengst te verdubbelen: snijd de voorgekiemde aardappelen in tweeën, in vieren, of in zoveel stukken als er ogen op zitten.
Plant elk stuk afzonderlijk, met dezelfde afstand als bij hele pootaardappelen, en je zult een veel grotere oogst krijgen.
Het enige waar je op moet letten, is dat de snijwonden moeten kunnen indrogen voordat je de aardappelen plant. Dit vermindert de kans op rotten.
Als je niet-uitgelopen aardappelen snijdt, doe dit dan ongeveer een maand voor het planten.
Bij voorgekiemde aardappelen is het beter om ze ongeveer twee weken voor het planten te snijden. De wonden krijgen dan de tijd om te genezen, waardoor de kans op bederf kleiner wordt.