Wanneer de lente aanbreekt, komen daar heel wat tuintaken bij kijken, en snoeien is er één van. Het snoeien van planten is noodzakelijk om ze netjes en gezond te houden, vooral wanneer ze krachtig groeien.
Weten welke planten in de lente gesnoeid moeten worden is belangrijk als je gedurende het komende seizoen een prachtige bloemenpracht wilt hebben.
Niet alle planten hoeven gesnoeid te worden, dus helpen we je beslissen wat je moet snoeien en hoe je fouten kunt vermijden. Laten we kijken naar enkele plantengroepen die je de komende maanden moet aanpakken.
1. Houtige kruiden
Sommige populaire kruiden zoals lavendel kunnen houtachtig en langwerpig worden als ze niet goed worden gesnoeid.
Niet alleen worden de oude delen van de planten houtachtig en minder productief, ze kunnen ook niet meer goed rechtop blijven staan, waardoor je tuin er minder aantrekkelijk uitziet.
Om dit te voorkomen, moet je je kruiden snoeien zodra de datum van de laatste vorst voorbij is – wacht tot je nieuwe groei ziet verschijnen voordat je begint met snoeien.
Andere kruiden die baat hebben bij een lentesnoei zijn oregano, salie, tijm en rozemarijn.
2. Lentebloeiende heesters
Heesters die laat in de winter of vroeg in de lente bloemen produceren, moeten meteen na de bloei worden gesnoeid.
Snoeien na de bloei geeft voldoende tijd voor nieuwe groei die de bloemen van het volgende jaar zal dragen, omdat deze heesters vaak bloeien op hout dat het jaar ervoor is gevormd.
Door ze op het juiste moment te snoeien, blijven deze vroege bloeiers gezond en productief. Omdat het meteen na de bloei gebeurt, is de lente het ideale moment om dode, beschadigde of zieke stengels of takken te verwijderen.
Seringen, lonicera, bloeiende ribes en forsythia zijn slechts enkele van de lentebloeiende heesters die in deze periode gesnoeid moeten worden.
3. Rozen en hortensia’s
We moeten vermelden dat niet alle soorten hortensia’s en rozen in de lente gesnoeid moeten worden; de meeste echter wel, en daarom staan ze op deze lijst.
Struik- of bosrozen moeten in de lente worden teruggesnoeid, maar klimrozen of ramblerrozen moeten op een ander moment worden gesnoeid. Wat hortensia’s betreft: lacecaps en mopheads worden het best in de lente gesnoeid, maar snoei geen klimmende hortensia’s.
Weet altijd met welk type roos of hortensia je te maken hebt voordat je begint te snoeien.
4. Kruidenachtige vaste planten
Veel tuiniers vragen zich af wanneer ze hun kruidenachtige vaste planten moeten terugsnoeien – velen rekenen dit tot de tuintaken van de herfst, maar anderen laten deze planten staan als onderdeel van hun wintertuin.
Dit komt doordat de gedroogde zaadhoofden voedsel en leefruimte kunnen bieden aan vogels en insecten, zodat tuiniers ze laten staan om de fauna te ondersteunen tijdens strenge weersomstandigheden.
Als je ze in de herfst niet hebt gesnoeid, is de lente het beste moment om dit alsnog te doen. Verwijder oud materiaal en maak ruimte voor nieuwe groei in het komende seizoen.
Kruidenachtige vaste planten die kunnen overwinteren zijn onder andere aster, heuchera, sedum, zonnehoed en winterharde geraniums.
5. Zomerbloeiende heesters
Als je in de zomer wilt genieten van een overvloed aan bloemen, moet je je bloeiende heesters in de lente snoeien om nieuwe groei en bloei te stimuleren.
Snoeien vlak voordat de heesters weer actief gaan groeien, geeft de planten voldoende tijd om sterke, gezonde nieuwe scheuten te ontwikkelen die uiteindelijk zorgen voor een prachtige bloemenpracht in de zomer.
Zomerbloeiende heesters die in de lente gesnoeid moeten worden zijn onder andere fuchsia, hibiscus, vlinderstruik, crêpe myrtle, cotinus en potentilla (maar er zijn er nog veel meer).
6. Bladverliezende siergrassen
Bladverliezende siergrassen kunnen in de wintertuin blijven staan en bieden voedsel aan vogels en insecten. Maar naarmate de lente nadert, kunnen ze er wat rommelig uitzien, dus is terugsnoeien noodzakelijk.
Snoei bladverliezende grassen zodra de laatste vorstdatum is verstreken, maar wacht niet tot nieuwe scheuten uit de basis beginnen te groeien. Verzamel alle stengels en bladeren en snoei ze vervolgens terug tot een hoogte van 6 tot 12 inch boven de grond, waarbij je erop let dat je de kroon van het gras niet beschadigt.
Miscanthus, fonteingras, struisriet en panicum zijn voorbeelden van bladverliezende grassen die in de lente gesnoeid moeten worden.