De bodem beïnvloedt in hoge mate de groei, gezondheid en ontwikkeling van je planten en gewassen, en daarom is het belangrijk om de perfecte verhouding van zand, compost en bovengrond te bereiken. Dit mengsel zal voldoende voedingsstoffen en een goede drainage bieden voor je tuinplanten, maar alleen als het op de juiste manier wordt samengesteld.
De sleutel ligt in het vinden van die perfecte balans tussen de ingrediënten. Het is echter ook cruciaal om je bodem te testen en uit te zoeken welke ingrediënten moeten worden toegevoegd om de grond te verbeteren.
De verhouding bepalen is nog maar het begin; met een beetje aanpassing en geduld kun je de ideale bodem creëren die de optimale gezondheid van je planten garandeert.
In dit artikel leggen we uit hoeveel compost je moet toevoegen, dus lees verder!
Hoe compost te mengen en toe te passen
Volgens de Oregon State University kan het toevoegen van te veel compost leiden tot uitspoeling van fosfor en kalium. Regen of irrigatie kan ervoor zorgen dat deze voedingsstoffen in oppervlakte- en grondwater terechtkomen, wat algenbloei en lage zuurstofniveaus bevordert.
Daarnaast kan een teveel aan compost leiden tot overmatige bladgroei, zoutschade en soms zelfs tot groeiachterstand bij planten. De sleutel ligt dus in balans.
Het vinden van die perfecte 1:1:1 verhouding van bovengrond, zand en compost begint met het verzamelen van de benodigde hoeveelheden van elk ingrediënt, afhankelijk van de behoeften van je bodem.
Gebruik dezelfde meeteenheid om gelijke hoeveelheden compost, bovengrond en zand te meten, bijvoorbeeld met een kruiwagen. Wat je aan je compost toevoegt, bepaal je zelf.
Als je het niet zeker weet, kijk dan eens naar deze 95 dingen waarvan je niet wist dat je ze kunt composteren. Zorg er alleen voor dat je geen van deze drie soorten onkruid composteert!
Het mengen zelf doe je eenvoudig door de componenten uit te spreiden en ze met een schop of tuinvork door elkaar te werken tot er een egaal mengsel ontstaat. Deze grondige menging garandeert dat organisch materiaal, voedingsstoffen en drainage-ingrediënten gelijkmatig verdeeld zijn in je bodem.
Zodra je je mengsel van compost, zand en bovengrond hebt gemaakt, is het tijd om het aan de tuin toe te voegen. Over het algemeen is de beste tijd om de bodem te verbeteren in de lente of de herfst.
Maak eerst je huidige grond los met een tuinvork of grondfrees en voeg dan het mengsel toe – dit doe je door een laag van ongeveer 5 tot 8 centimeter gelijkmatig over het plantgebied te verdelen.
Werk het mengsel vervolgens 15 tot 20 centimeter diep in de grond zodat het zich goed vermengt met de bestaande bodem. Dit verbetert de beschikbaarheid van voedingsstoffen en de drainage, en stelt de planten in staat hun wortels dieper te verspreiden en te laten doordringen.
Nadat je het mengsel hebt toegepast, is het verstandig om ook een laag mulch toe te voegen om vocht vast te houden en de groei van onkruid te voorkomen.
Controleer je planten regelmatig om te zien of er in latere seizoenen aanpassingen aan het mengsel nodig zijn.
Waarschijnlijk zul je de verhouding wat moeten aanpassen als je merkt dat je planten niet goed reageren op je compost-, zand- en bovengrondmengsel. Meer informatie hierover vind je in deze gids voor thuiscomposteren.