Skip to Content

Een stapsgewijze gids voor het correct kweken van kikkererwten

Kikkererwten zijn niet alleen een voedzame toevoeging aan je dieet, maar ook een bijzonder dankbaar gewas om zelf te kweken. Bovendien is het helemaal niet moeilijk!

Of je nu een ervaren tuinier bent of pas begint, het leren kweken van kikkererwten kan een boeiende en plezierige ervaring zijn. In dit artikel lees je alles over hoe je deze eiwitrijke peulvruchten plant en verzorgt.

Laten we beginnen!

Hoe kikkererwten te planten

Kikkererwten worden vaak in Australië en India geteeld, maar je kunt ze ook prima kweken in het westen van de Verenigde Staten. Ze vormen een prachtige aanvulling op je tuin, want naast heerlijke bonen krijg je tijdens de bloeiperiode ook nog eens een schitterend bloemenbeeld.

Om te beginnen met het kweken van kikkererwten heb je een handtroffel, grondfrees, kikkererwten en handschoenen nodig om je handen schoon te houden.

Laten we stap voor stap door het proces gaan.

Stap één: kies de juiste variëteit

Voordat je begint, moet je de juiste kikkererwtensoort kiezen voor jouw regio. Ze zijn koel-seizoengewassen en hebben meestal tussen de 84 en 125 dagen nodig om te rijpen, afhankelijk van het ras.

Er bestaan twee hoofdtypen kikkererwten: Kabuli en Desi. De meeste soorten hebben varenachtige bladeren, maar sommige Kabuli-varianten hebben één groot blad in plaats van meerdere kleine blaadjes.

Je kunt de twee typen gemakkelijk onderscheiden. Kabuli-kikkererwten hebben een gladde, lichtgekleurde schil, terwijl Desi-kikkererwten kleiner, donkerder en steviger van buiten zijn.

Kabuli-soorten doen het goed in regio’s met regelmatige regenval, terwijl Desi-varianten uitzonderlijk goed bestand zijn tegen droogte. Desi-planten blijven meestal tussen de 25 en 50 centimeter hoog, terwijl Kabuli-soorten tot ongeveer 55 centimeter kunnen reiken.

Bekende Desi-variëteiten zijn ‘Myles’ en ‘Sarah’, die geschikt zijn voor de teelt in de Verenigde Staten. Kabuli-soorten zoals ‘Evans’, ‘Spanish’ en ‘Dwelley’ doen het goed in het noordwesten van het land.

Kies Kabuli-kikkererwten als je een lang groeiseizoen hebt, en Desi als je te maken hebt met korte zomers of droge periodes.

Je kunt zaden kopen in een tuincentrum – ze blijven ongeveer een jaar kiemkrachtig. Kikkererwten uit de supermarkt kun je ook gebruiken, maar die ontkiemen vaak minder goed.

Stap twee: bereid de grond voor

De beste tijd om kikkererwten te planten is in het vroege voorjaar. Ze zijn bestand tegen lichte vorst en kiemen goed bij een bodemtemperatuur van ongeveer 7 °C. Zaai ze idealiter tussen maart en mei.

Begin niet binnenshuis, want kikkererwten vormen diepe wortels, waardoor verplanten moeilijk is.

Kikkererwten groeien het beste in leem-, zavel- of zandgrond die goed doorlatend is. De zuurgraad (pH) van de bodem moet liggen tussen 6,0 en 8,0. Je kunt kalk toevoegen om de pH te verhogen of zwavel om die te verlagen.

Maak de grond los met een grondfrees en verwijder eventuele oude plantenresten.

Je hoeft geen compost toe te voegen, want kikkererwten zijn stikstofbindende planten – ze halen stikstof uit de lucht en brengen die in de bodem, wat andere gewassen ten goede komt.

Stap drie: begin met planten

Nu je de juiste variëteit hebt gekozen en de grond hebt voorbereid, is het tijd om te gaan planten.

Bij Desi-kikkererwten zaai je ongeveer vier zaden per vierkante voet (ongeveer 30 x 30 cm). Kabuli-soorten krijgen iets meer ruimte – drie zaden per vierkante voet.

Zaai Desi-kikkererwten op een diepte van ongeveer 2,5 cm, en Kabuli-soorten op ongeveer 5 cm diepte. Als je grond niet goed vocht vasthoudt, kun je Kabuli nog iets dieper planten (tot 10 cm).

Dek de zaden af met aarde, druk licht aan en geef daarna royaal water.

Stap vier: verzorging van de planten

Na het planten is het belangrijk om de juiste groeiomstandigheden te behouden. Gelukkig hebben kikkererwten niet veel speciale zorg nodig – zolang ze maar voldoende vocht en zonlicht krijgen.

Kikkererwten hebben gemiddeld ongeveer 2,5 cm water per week nodig. Ze gebruiken gedurende hun hele groeicyclus ongeveer 25 cm vocht. In droge regio’s is het verstandig om om de paar dagen water te geven.

Geef bij voorkeur in de ochtend water en richt het water op de grond, niet op de bladeren, om schimmels en plagen te voorkomen.

Tijdens de bloei kunnen kikkererwten lichte vorst verdragen, maar de ideale temperatuur ligt tussen 21 en 27 °C overdag en tussen 18 en 21 °C ’s nachts.

Bij temperaturen die consequent onder de 15 °C dalen, zal de groei en opbrengst echter afnemen.

Hoewel kikkererwten zelf stikstof aanmaken, hebben ze wel andere voedingsstoffen nodig, zoals fosfor en kalium.

Als een bodemanalyse uitwijst dat er tekorten zijn, kun je meststoffen gebruiken zoals ammoniumsulfaat of ammoniumfosfaat.

Stap vijf: oogsten

Als je je planten goed hebt verzorgd, kun je al snel beginnen met oogsten!

Kikkererwten zijn zelfbestuivend en blijven bloemen en peulen produceren tot de eerste stevige vorst of tot je gaat oogsten. Een gezonde plant heeft doorgaans 13 tot 14 knopen, elk met één peul.

Elke peul bevat één of twee erwten. De manier waarop je ze wilt gebruiken, bepaalt het oogstmoment.

Voor verse kikkererwten kun je de groene peulen oogsten zodra ze volgroeid zijn. Gebruik een snoeischaar of knijp de peulen voorzichtig met je vingers van de plant. Pel de peulen en geniet van de jonge, frisse kikkererwten.

Wil je droge bonen of zaden om opnieuw te planten, laat de peulen dan hangen tot ze bruin en droog zijn. Trek de hele plant uit de grond en laat haar verder drogen tot de bladeren geel en de peulen knisperdroog zijn.

Wanneer de peulen openspringen, haal je de zaden eruit en bewaar je ze op een koele, droge plek. Zo heb je je eigen voorraad kikkererwten – klaar om te koken of volgend jaar opnieuw te planten.