De elegante, hoge bloeistengels van ridderspoor zijn een echte blikvanger in de tuin. Overal ter wereld genieten tuiniers van deze prachtige planten die in de zomer hun volle kleur en schoonheid laten zien.
Ridderspoor heeft veel pluspunten, maar eerlijk is eerlijk: het is geen makkelijke plant om te onderhouden.
Geen paniek! Ik leg je stap voor stap uit hoe je ridderspoor kunt kweken én volgend seizoen een zee aan bloemen krijgt.
Laten we aan de slag gaan!
Ridderspoor planten
Laten we beginnen met het belangrijkste: het planten zelf. Dit is een cruciale stap, want één klein foutje kan al problemen veroorzaken.
Om dat te voorkomen, lees je hier precies waar, wanneer en hoe je ridderspoor het beste kunt planten.
Wanneer planten
De beste tijd om ridderspoor te planten is in maart of april, als de grondtemperatuur hoog genoeg is om de planten goed te laten groeien.
Je kunt ook in augustus zaaien, maar dan moet je de jonge plantjes in een koude bak laten overwinteren. Zo zijn ze in het voorjaar klaar om de grond in te gaan.
Heb je al volwassen ridderspoorplanten? Dan kun je die het beste inplanten van april tot mei of van september tot oktober.
Waar planten
Nu je weet wanneer je moet planten, is het tijd om te kijken waar ridderspoor het zich het lekkerst voelt.
Deze planten houden van voedzame, luchtige grond die goed water doorlaat. Heb je zware kleigrond? Meng er dan wat grit of zand doorheen zodat het water beter weg kan lopen.
Arme grond is ook niet ideaal, dus voeg wat compost of ander organisch materiaal toe aan het plantgat.
Kies een plekje waar de plant genoeg zon krijgt. Ridderspoor kan goed tegen volle zon, maar een beetje schaduw in de hete middaguren is wel zo prettig voor ze.
Ridderspoorzaden zaaien
Als je ridderspoor uit zaad opkweekt, kun je het jaar daarna genieten van bloemen. Het is ook de goedkoopste manier om veel planten tegelijk te krijgen.
Vul een zaaibakje met veenmos, maak het licht vochtig en zaai de zaden. Strooi er daarna een dun laagje vermiculiet overheen en zet er een label bij.
Zodra de zaailingen ongeveer drie echte blaadjes hebben, kun je ze verspenen en in potjes van zo’n tien centimeter zetten.
Ze zijn meestal in mei of juni klaar om naar buiten te verhuizen. Laat ze wel eerst aan de buitenlucht wennen door ze elke dag even buiten te zetten – begin met een uurtje per dag en bouw dat langzaam op.
Ridderspoor uitplanten
Kies een plekje in de tuin met veel zon of halfschaduw en goed doorlatende grond. Pas op dat de wortels in de winter niet in stilstaand water staan, want daar kunnen ze niet tegen.
Gooi wat langzaam werkende mest, zoals beendermeel of kippenmest, in het plantgat voordat je gaat planten.
Houd ongeveer zestig centimeter ruimte tussen de planten zodat er genoeg lucht kan circuleren en ze minder snel ziek worden. Als de plantjes nog klein zijn, kun je ze een beetje uitdunnen voor extra luchtigheid.
En let goed op slakken – die zijn dol op jonge ridderspoor!
Verzorging van ridderspoor
Als je alles goed hebt geplant, is het tijd om te leren hoe je de planten daarna verzorgt.
Hier zijn de belangrijkste tips.
Water geven
Ridderspoor houdt niet van droogte, dus zorg dat de grond altijd licht vochtig blijft.
Let er wel op dat de grond niet te nat wordt, want dan kunnen de wortels gaan rotten.
Geef water aan de voet van de plant, niet over de bladeren, om schimmelziektes te voorkomen.
Bemesten
Ridderspoor is een echte veelvraat, dus hij heeft regelmatig voeding nodig tijdens het groeiseizoen.
Gebruik bij het planten een meststof met langzame afgifte. Zodra de plant goed groeit, kun je overstappen op een vloeibare mest, bijvoorbeeld op basis van zeewier.
Steunen
Vergeet niet om je ridderspoor op te binden! Wind en regen kunnen de lange, tere stelen makkelijk breken.
Je kunt bamboestokken gebruiken of een plantensteun. Zo’n steun is bijna onzichtbaar als de planten groot zijn – handig én netjes.
Terugsnoeien
Veel mensen snoeien hun bloemen verkeerd, zeker bij planten die maar één keer bloeien.
Bij ridderspoor kun je juist een tweede bloei krijgen als je de stengels tot aan de grond afknipt zodra ze zijn uitgebloeid.
Ze lijken dan even kaal, maar geen zorgen: vaak groeien er nieuwe bloemstengels terug en kun je in augustus of september weer van ze genieten.
Overwinteren
Ridderspoor kan goed tegen kou, maar in de winter is het belangrijk dat de grond niet te nat is.
Geef alleen water als de bovenlaag van de grond echt droog aanvoelt.
Veelvoorkomende problemen
Wortelrot en meeldauw komen regelmatig voor bij ridderspoor.
Je voorkomt dit door goed doorlatende grond te gebruiken, water te geven bij de voet van de plant, en voldoende ruimte tussen de planten te laten.
Slakken zijn de grootste plaag in het voorjaar – ze eten jonge plantjes op alsof het niets is. Je kunt ze op afstand houden met een natuurlijk knoflookmengsel: kook wat geplette teentjes knoflook in water, zeef het, en verdun het met nog wat water.
Giet dit mengsel bij de planten om de slakken weg te houden.
Als je hebt gehoord dat ridderspoor lastig is om te kweken en bang bent iets verkeerd te doen, onthoud dan dit: volg deze tips, geef ze wat aandacht, en je wordt beloond met een tuin vol gezonde, kleurrijke bloemen.