Skip to Content

Kan het laten doorgroeien van bomen echt ons CO₂-uitstootprobleem oplossen?

Het toestaan dat bomen ongestoord groeien kan een belangrijke rol spelen bij het beperken van klimaatverandering, omdat ze functioneren als natuurlijke koolstofreservoirs. Men schat dat bomen, wanneer ze zonder inmenging kunnen groeien, tot wel 228 miljard ton koolstof uit de lucht kunnen opnemen en opslaan.

Dat komt overeen met ongeveer een derde van de totale hoeveelheid koolstof die mensen tot nu toe in de atmosfeer hebben gebracht. Critici zeggen echter dat het onwaarschijnlijk is dat bomen dit niveau van opname daadwerkelijk kunnen bereiken.

Deze ontdekking heeft geleid tot een nieuwe golf van discussie over hoe effectief bomen werkelijk zijn in de strijd tegen klimaatverandering. Het begon allemaal met een studie uit 2019 van Thomas Crowther en zijn team in Zwitserland. Zij beweerden dat het aanplanten van bomen op nieuwe plekken een enorme hoeveelheid koolstof zou kunnen opslaan.

Kritiek op het onderzoek

Sommige andere wetenschappers waren het daar echter niet mee eens. Zij zeiden dat de studie de voordelen overdreef door gebieden mee te tellen waar bomen helemaal niet kunnen groeien, zoals woestijnen, en geen rekening te houden met factoren zoals bosbranden die een volledig bos zouden kunnen vernietigen.

“Er kan veel valse hoop ontstaan door schattingen die te hoog zijn,” zegt Matthew Fagan, hoogleraar aan de University of Maryland in Baltimore County.

Meer onenigheid ontstond toen mensen begonnen te denken dat het onderzoek betekende dat we overal massaal bomen moesten planten. Maar hier zit het probleem: in hoog tempo bomen planten kan juist schade toebrengen aan de natuur en aan de mensen die in de buurt wonen, zelfs als het helpt bij koolstofopslag.

Volgens Crowther heeft die overdreven focus op boomaanplanting de discussie te veel versimpeld, wat juist tot schade heeft geleid. Hij zegt dat dit wetenschappelijke debat de inspanningen om het milieu te beschermen heeft belemmerd.

Een nieuw onderzoek naar de rol van bossen

Om verder te komen, besloten Crowther en meer dan tweehonderd onderzoekers opnieuw te onderzoeken hoeveel koolstof de bossen van de aarde daadwerkelijk kunnen opslaan.

Crowther verklaart: “Er is een enorme kans om koolstof op te slaan door simpelweg de ecosystemen te beschermen die we al hebben.”

Het team gebruikte verschillende gegevens en methoden om te berekenen hoeveel koolstof de bossen zouden kunnen opslaan in een hypothetische wereld zonder menselijke invloed. Ze maakten gebruik van satellietbeelden en metingen van meer dan een miljoen boslocaties wereldwijd om drie verschillende modellen te creëren.

De resultaten van deze modellen kwamen sterk overeen en suggereerden dat de bossen van de aarde tussen de 221 en 472 miljard extra ton koolstof zouden kunnen opslaan.

Toch bleek dat ongeveer een derde van deze denkbeeldige bossen zou moeten groeien op plekken waar nu steden of landbouwgrond zijn, waardoor herstel in die gebieden lastig is.

De onderzoekers ontdekten echter dat het mogelijk is om nog eens 108 tot 228 miljard ton koolstof op te slaan in bestaande bossen die momenteel minder efficiënt koolstof vasthouden dan ze zouden kunnen.

Daarnaast zou nog eens 87 miljard ton koolstof kunnen worden vastgelegd door bossen te herstellen in gebieden die eerder zijn ontbost maar niet worden gebruikt voor landbouw of bebouwing. Crowther hoopt dat dit inzicht mensen laat zien hoeveel de natuur werkelijk kan bijdragen aan het bestrijden van klimaatverandering.

Wetenschappelijke reacties en kritiek

Hoewel veel wetenschappers het waarderen dat de nadruk nu ligt op het beschermen van bestaande bossen in plaats van op massale aanplant, vinden sommigen dat het nieuwe onderzoek nog steeds niet alle problemen van de studie uit 2019 oplost.

Joseph Veldman van Texas A&M University, een criticus van het eerdere onderzoek, stelt dat het nieuwe artikel niet ingaat op de praktische haalbaarheid van het beschermen of herstellen van zulke enorme bosgebieden wereldwijd.

Hij merkt op dat het onderzoek niet duidelijk maakt hoeveel van deze geschatte koolstofopslag in werkelijkheid haalbaar is.

Karen Holl van de University of California, Santa Cruz, voegt daaraan toe dat een wereldwijde analyse voorbij kan gaan aan de complexe sociale en ecologische factoren die bepalen of bosbescherming of -herstel lokaal überhaupt mogelijk is.

De onderzoekers erkennen bovendien dat hun schattingen mogelijk te optimistisch zijn, onder andere door het risico op bosbranden en de invloed die klimaatverandering kan hebben op toekomstige bossen.

Caspar Roebroek van de ETH Zürich benadrukt daarnaast dat het “vele decennia, en waarschijnlijk eeuwen” zou duren voordat al die extra koolstof daadwerkelijk in bossen wordt opgeslagen.

Dat lange tijdsbestek betekent dat de impact van extra koolstofopslag op korte termijn beperkt is voor het terugdringen van de huidige uitstoot.

Bescherming boven uitbreiding

Fagan benadrukt dat het beschermen van bossen een van de beste en goedkoopste oplossingen blijft, maar dat er een realistischer aanpak nodig is. Hij raadt aan om de inspanningen vooral te richten op de meest koolstofrijke en biodiverse gebieden, in plaats van te proberen alle bossen tegelijk te redden.

Deze plekken zijn als natuurlijke kathedralen – als hun koolstofvoorraden verloren gaan, komen ze nooit meer terug. Fagan roept daarom op om juist deze cruciale gebieden te beschermen, in plaats van een algemene wereldwijde focus op alle bossen.