Wat is er in hemelsnaam gebeurd?
Het leek net alsof het de ene dag fantastisch was en dat hij de volgende dag het spoor bijster was en bang was.
Hij zei dat alles hem te snel ging en dat het hem had overrompeld.
Hij zei dat hij het niet meer wist. Hij wist niet meer wie hij was en wat hij eigenlijk wilde.
Daarom vroeg hij me of ik hem tijd kon geven om dit te achterhalen.
Ik zei dat ik hem alle tijd van de wereld wilde geven, maar eigenlijk zei mijn hoofd NEE.
Ik wilde niet dat we uit elkaar gingen.
Ik had geen tijd nodig. Ik wist wat ik wilde, hij was wat ik wilde en ik twijfelde daar helemaal niet over. Maar wat moest ik hiermee?
Moest ik hem dwingen om te blijven? Dat was geen optie.
Ik had alles voor hem over gehad, ik had bergen verzet om hem gelukkig te maken, ik was bereid geweest om water bij de wijn te doen, maar ik smeekte hem alleen maar om te blijven als hij eigenlijk wilde vertrekken.
En ondanks dat zijn wensen mijn hart hebben gebroken had ik geen andere keus dan ze tot vervulling te brengen.
Ik kon hem niet fysiek tegenhouden, ik kon niet achter hem aanrennen en roepen hoe geweldig ik was, hoe goed we het samen hadden en wat er nog allemaal voor ons in het verschiet lag.
Ik kon het niet omdat het niet logisch was; hij hoorde dat gewoon meteen al te weten.
En als hij niet dezelfde gevoelens had als ik, dan kon ik hem toch maar beter met rust laten en ergens hopen dat mijn afwezigheid ervoor zou zorgen dat hij me zou missen.
Ik hoopte. Maar op de een of andere manier was ik op het ergste voorbereid.
Ik probeerde om rationeel om te gaan met de pijn die door merg en been ging.
Ik wist dat het alle kanten op kon, dat hij misschien nooit meer bij me terug zou komen en dat ik hem misschien voorgoed kwijt zou zijn.
Ik wilde voor ons vechten. Ik wilde hem opbellen. Ik wilde hem appen.
Ik wilde midden in de nacht bij hem aankloppen en schreeuwen dat hij zo stom en harteloos was om mij te laten gaan.
Ik wilde dat hij me omhelsde, zoende, kalmeerde en vertelde dat hij nergens heen ging, dat hij bleef.
Ik wilde dit zo graag doen, maar ik besloot om sterker te zijn.
Ik herinnerde me alle levensechte voorbeelden van vrienden die voor soortgelijke situaties hadden gestaan.
Ze waren obsessief achter hun partner aangegaan. Ze appten.
Ze appten zelfs als hun appjes genegeerd worden.
Ze belden tot ze het nut er niet meer van inzagen of tot ze hun partner boos hadden gemaakt.
Ze deden eigenlijk alles wat er maar in ze opkwam om hun partner wat langer in hun leven te houden, maar dit dreef hen slechts verder uit elkaar en er was geen weg terug.
Ik dacht dat ik hem kwijt zou raken, welke keuze ik ook zou maken.
Zou hij me missen als ik hem met rust liet?
Zou hij zich realiseren dat hij van me hield?
Ik kon dit echt niet beantwoorden.
Maar ik heb dat pad gekozen. Ik koos ervoor om zijn wensen te respecteren en keek wat er zou gebeuren.
Ik had het gevoel dat ik in ieder geval mijn waardigheid zou behouden als het niet zou gaan zoals ik het wilde.
Ik besloot me te gedragen alsof we uit elkaar waren en dat ik daar echt niks aan kon doen.
Ik was verdrietiger dan ik met woorden kan omschrijven, maar ik wist dat het niet anders kon. Ik moest rouwen om de liefde die ik was kwijtgeraakt.
Ik moest mijn leven weer op orde krijgen en zien wie ik was zonder hem, wie ik was als hij niet meer in mijn leven was.
Dus dat was wat ik deed. Ik begon mezelf, mijn leven en mijn dromen opnieuw te ontwikkelen.
Het was natuurlijk allesbehalve makkelijk. Ik had hoogte- en dieptepunten.
Er waren dagen dat ik in bed lag en ik niet kon slapen omdat ik maar aan hem bleef denken.
Er waren dagen dat ik meteen in slaap viel als mij hoofd het kussen raakte.
Er waren dagen dat ik me niet kon bewegen. Dagen dat ik de wereld aankon.
Maar dat hoort bij het proces.
Zodra ik eindelijk verder was gegaan, zodra ik vrede had gesloten met het feit dat het verleden tijd was gebeurde er iets schokkends…
Hij ging achter mij aan.
Hij had zich gerealiseerd dat hij gewoon dramatisch had gedaan.
Dat hij gewoon bang was geweest. Maar toen wist ik dus niet wat ik daarop moest zeggen.
Hij had mijn hart in miljoenen kleine stukjes gebroken.
Ik moest zelf de stukjes weer aan elkaar lijmen.
Ik was ook degene die ondanks alle scherven nog steeds van hem hield.
Daarom gaf ik hem een laatste kans nadat hij wat aan had gedrongen en had gevochten om me terug te krijgen.
Ik heb er nog steeds geen spijt van en ik hoop dat dat nooit zo zal zijn.