Het is echt niet makkelijk, weet je?
Het is net alsof je teruggaat naar de oorsprong, terug in de duisternis waar alles je doet denken aan de pijn en ellende die je hebt doorgemaakt.
Weer verliefd worden is als een grote zoektocht en ik vind het maar niks. Ik ben bang.
Ik ben bang dat ik alles opnieuw zal moeten meemaken en daar ben ik niet klaar voor.
Ik weet dat ik overdrijf, ik weet dat mijn angst vaak onlogisch klinkt, maar ik kan niet tegen mezelf in gaan als ik weet wat ik heb ervaren.
Ik weet dat ik mijn hart in bescherming heb genomen en dat mijn muren te hoog en te dik zijn om door wie dan ook opnieuw gebroken te worden.
Mijn hart heeft zijn lesje wel geleerd. En ik ook.
De liefde klinkt zo magisch en geweldig.
Verliefd zijn is de kennis dat je in staat bent om je hart op de tong te dragen en dat je nergens bang voor hoeft te zijn omdat je dapper genoeg bent. Je hebt het allemaal al eerder meegemaakt.
Tegenwoordig klinkt de liefde als liefdesverdriet en dat is allemaal jouw schuld.
De manier waarop je ogen glansden terwijl je me zei dat je van me hield en de manier waarop je glimlachte als ik huilde, die twee gingen niet goed samen, want ik kreeg nooit hoogte van je, ik wist nooit wat ik van ons moest denken.
Ik dacht dat de liefde soms pijn hoorde te doen, dat er veel zorg en aandacht voor nodig was.
Ik dacht dat om je van me te laten houden, ik mezelf aan je moest bewijzen. Ik moest je laten zien dat ik je liefde verdiende.
Toen het fysiek pijn ging doet, kwam ik erachter dat er iets niet klopte. Ik zag in dat wat ik ook deed, ‘de liefde’ nooit juist voelde.
De ‘liefde’ deed me zeer en de ‘liefde’ maakte mijn hart kapot.
Ik hield zo oprecht en zorgeloos van je.
Ik hield van je zonder dat ik me besefte hoe slecht je voor me was en door jou ben ik bang om weer van iemand te houden.
Ik ben bang om verliefd te worden, dus maakt de man die zo hard zijn best doet en die me al zijn liefde geeft geen schijn van kans om mijn hart te veroveren.
Ik ben zo op mijn hoede dat ik in deze orkaan van emoties mijn hart niet meer weet te vinden.
Ik ben uitgeput geraakt omdat ik ben gevallen en niet werd opgevangen door degene die ik zo graag voor me klaar had willen zien staan en ik graag had gezien dat hij me had behandeld zoals ik dat verdiende.
Ik ben uitgeput geraakt omdat ik zoveel verwachtingen had en omdat ik nooit heb gekregen wat ik verdiende.
Ik ben uitgeput geraakt door mijn angst om voor de honderdste keer te worden teleurgesteld, alleen maar omdat ik ‘te intens’ liefhad.
Het valt me zwaar, maar ik denk nog aan hem en dat verzacht de pijn enigszins.
Het is net alsof er een remedie is voor al je problemen, maar je weigert om het in te nemen omdat je vergif steeds ten onrechte hebt aangezien voor een geneesmiddel en je gewoon je voorgevoel niet meer vertrouwt.
Dus hier sta ik dan terwijl ik naar de persoon in de spiegel kijk die doodsbang is om lief te hebben en ik vraag haar of ik iets kan doen om haar een beter gevoel te geven, om de pijn wat te verzachten.
Maar ze staart me stoïcijns aan omdat ze geen energie meer overheeft. Het zal koste wat kost wel goedkomen met haar. Het zal goedkomen met mij.
Ik zal met mijn teleurstellingen leren leven omdat je soms op die manier je eigenwaarde leert kennen.
Het komt goed, maar ik heb wel tijd nodig om te genezen; dat is cruciaal. Ik kan mezelf niet zo een-twee-drie beter maken en dat probeer ik ook niet.
De wereld probeert me te dwingen om op te schieten, maar dat maakt me niks uit.
Mijn hart is breekbaar en ik wil niet dat het opnieuw breekt. Daarom houd ik het wat langer verborgen op een veilige plek.