Laatst was ik door social media aan het scrollen en zag ik een quote die mijn hart in een oogwenk brak.
Ik wist niet eens dat het mogelijk was dat zoiets eenvoudigs wonden kon openen die nooit goed waren genezen.
‘Zeg me alsjeblieft dat ik niet zo vergeetbaar ben als dat je stilte me laat voelen’.
Ben je me vergeten? Ik zie dat je een nieuw leven hebt waarin ik niet eens wat ruimte heb. Ik pas niet bij de nieuwe jij en dit leven dat je ver van mij vandaan bent begonnen.
Maar ik kan het niet helpen en vraag me af of je me nog herinnert. Natuurlijk zijn er twee mogelijke antwoorden en beide zijn voor mij destructief.
Als je me niet mist, als je me bent vergeten, dan kon het je dus nooit iets schelen.
Te denken dat iemand die zo dierbaar is, zo speciaal voor mij, op een dag zou verdwijnen en nooit meer aan me zou denken, breekt me in stukken.
Ik wil niet geloven dat het je nooit iets heeft kunnen schelen, want dat zou betekenen dat elk klein ding waar we doorheen gingen een leugen was.
Als je me wel mist, als je me niet vergeten bent, dan geef je nog steeds om me. Zou ik überhaupt op zoek moeten gaan naar deze antwoorden?
Wil ik echt weten dat je nog steeds om me geeft? Ja. Ik wil weten of het je pijn doet om te weten wat je me hebt aangedaan.
Ik wil dat je er spijt van hebt dat je ooit bent weggegaan en ooit hebt gedacht dat er iemand is die beter bij je past dan ik. Ik denk nog steeds aan jou.
Soms, als ik ‘s morgens wakker word na een droom over jou, stel ik me voor dat ik me naar de andere kant draai en dat ik je daar dan naast me zie liggen, met je ogen dicht en je langzame ademhaling mijn huid raakt.
Hoe zielig kan ik zijn, vraag je je dan af? Ik kan het niet eens onder woorden brengen.
Ik zal je me voor altijd herinneren. Jij was de eerste man die me liet zien dat liefde meer was dan alleen gelukkige dagen en zonsondergangen.
Je liet me zien dat ik van een man kon houden die niet eens wist hoe hij van mij moest houden.
Ik hield meer van je dan je ooit zult weten en misschien hou ik nog steeds van je, maar dat hoef jij niet te weten.
Ik was altijd een liefhebber van ochtenden. Door de ochtenden voelde ik me altijd zo puur en liefdevol.
Misschien omdat ik naast je wakker zou worden, wetende dat de dag van ons zou zijn, wetende dat ik zoveel had om naar uit te kijken en zoveel herinneringen om met jou te maken.
Op dat moment wist ik niet dat herinneringen de enige dingen zouden zijn die ik nog van je zou hebben.
Ik ben achtergebleven met herinneringen en eenzaamheid. Het is alsof mijn hart nog steeds je naam roept en ik probeer het stil te houden, maar de emoties overweldigen me tot het punt waarop ik mijn tranen niet eens kan bedwingen.
Maar het is goed. Ik ga al door deze uitbarstingen van emoties sinds je weg bent.
We hebben elkaar niet meer gesproken sinds je weg bent, toch? Je hebt me nooit ontvriend en ik had ook niet de moed om dat te doen. Ik wist dat er dagen zouden zijn waarop ik je graag zou zien.
In ieder geval op een foto. Je hebt me nooit geappt om te zien hoe het met me gaat, dus ik neem aan dat je ook niet wil dat ik iets aan jou schrijf.
Wat moet het hartverscheurend en verdrietig zijn om van buitenaf naar binnen te kijken, wetende wat we allemaal hebben meegemaakt en nu zijn we vreemden met niets anders dan een paar herinneringen.
Vergeten. Stil. Gebroken.
Ik ben al die dingen en ik zal dat voor wie weet hoe lang nog blijven. Maar ik zal niet te lang in wanhoop treuren. Het is hier 3 uur ‘s nachts en als de zon weer opkomt, dan ga ik weer verder met mijn leven.
Misschien herinner ik me niet eens dat ik vanavond aan je heb gedacht. Misschien ga ik zelfs iemand zoeken die op jou lijkt en vraag ik me dan af waarom hij me zo bekend voorkomt.
Maar voor nu, welterusten mijn liefste. Ik hoop dat je op een dag ook aan mij denkt, wanneer een vreemdeling iets doet die je aan mij herinnert of wanneer je ineens een herinnering te binnen schiet.