“Niemand zal van je houden tot je hebt geleerd om van jezelf te houden” is een simpel genoeg zinnetje om te geloven. Maar het is angstaanjagend, zeker wanneer je depressief bent.
Wat als je het nooit zal leren? Als tiener werd ik bang voor mijn leven als volwassene.
Ik was er zeker van dat ik nooit het vermogen zou hebben om een relatie te hebben, maar dat had ik echt verkeerd. Eerlijk gezegd was ik niet echt dol op mezelf, en in augustus 2013 werd een jongen heel erg verliefd op me.
Ik moet al zolang als ik me kan herinneren met depressie om kunnen gaan. Ik ben aan de medicatie geweest en er vanaf, ik ben naar therapie gegaan, maar het is nog steeds aanwezig, voelt zich comfortabel in mijn botten.
Ik voel het elke dag, een kleine glimmer die ademstokkende emotionele pijn op de meest onhandige momenten veroorzaakt.
Mijn depressie maakt het niets uit dat ik een relatie heb met een jongen die me aan het lachen maakt, die 20 keer per dag tegen me zegt dat ik mooi ben, en die meer om me geeft dan iemand ooit heeft gedaan.
Ik ben dankbaar voor de nachten waarop hij me vasthoudt terwijl ik urenlang zomaar huil.
Ik ben dankbaar dat hij de willekeurige momenten van geïrriteerd zijn op de koop toe neemt. Hij probeert me constant te troosten als ik me ineens niet op gemak voel als we buiten de deur zijn.
Hij vult me met hoop voor de toekomst wanneer ik me in de meest duistere plekken begeef, hij speelt met m’n haar als ik niet in slaap kom, en moedigt me aan om te eten wanneer ik geen trek heb.
Hij zorgt voor me en ik hoef me nooit nader te verklaren. Ik denk nog steeds bewust, terwijl we al negen maanden samen zijn, “wow, er is iemand verliefd op me.”
Ik denk er vaak aan dat ik van geluk mag spreken om bemind te worden, los van mijn tekortkomingen in chemie.
Deze heftige liefde is beangstigend, want ik ben elke dag bang dat iets dat ik doe hem wel gek zal maken. Dat als ik weer eens omrol in bed, terwijl ik zomaar tranen in de ogen krijg, hem zal wegdrijven.
Ik weet dat het hem van streek maakt, en ik verzeker hem ervan, door mijn zoute tranen die mijn zicht vertroebelen, dat het niet zijn schuld is.
Ik word vaak overrompeld door een schuldgevoel en ik haat het dat mijn gevoelens hem op welke manier dan ook pijn doen. Soms is hij niet zo eenvoudig te overtuigen, maar ik probeer het zo hard mogelijk met mijn gebrek aan energie.
Sommige nachten samen eindigen in een omhelzing en een “het spijt me” die ik mompel, maar ik ben gewoon dankbaar dat hij nog steeds gelukkig is om elke ochtend naast mij wakker te worden.
Elke dag is een gevecht. Ik ben continu alert, stuiter tussen teveel om iets geven en helemaal nergens iets om geven, terwijl ik me afvraag wanneer hij er eindelijk genoeg van zal hebben.
Hij zal me snel eraan herinner hoeveel hij van me houdt, maar ik zal net zo snel worden overweldigd door een kreupelende twijfel.
We weten beiden dat dit onze toekomst is, en als hij het nu nog niet heeft opgegeven ben ik er zeker van dat hij er 100% voor zal gaan.
Laat nooit iemand je wijsmaken dat je het niet verdient om bemind te worden als je niet van jezelf houdt. Laat niemand je ooit wijsmaken dat je geestesziekte de reden is waarom je geen relatie hebt.
Laat niemand je wijsmaken dat je meer zou moeten lachen, je haar moet doen, of meer kleur moet dragen. Laat niemand je ooit een rotgevoel bezorgen over waar je niet altijd de controle over hebt.
Iemand zal verliefd op je worden ondanks je meest comfortabele staat, en als dat misschien bestaat uit in de foetushouding op de slaapkamervloer liggen, huilend terwijl je luistert naar je favoriete verdrietige liedjes, dan heb je ware liefde gevonden.