Ik ben een vechter. Ik vecht tegen de tijd. Ik vecht tegen het plan van God.
Ik vecht tegen dingen waarvan ik de logica niet meteen zie. Ik vecht terug tegen zaken die niet goed voelen.
Want ik word bang als alles niet precies op zijn plaats valt. Ik word nerveus als ik de stem van God niet tegen me hoor fluisteren.
Ik word angstig als ik het heft niet in eigen handen kan nemen of als ik de logica van iets niet in kan zien.
Maar hoe vaak vechten we als we eindelijk toch aan het kortste eind zullen trekken?
Hoe vaak vechten we terug tegen een wereld die er niet helemaal klaar voor is om onze verlangens met ons te delen?
Hoe vaak hebben we geprobeerd te haasten, door te duwen, onze zin te krijgen?
En hoe vaak hebben we toen gefaald?
Wat ik keer op keer heb geleerd, is dat wat voor mij in het verschiet ligt, op mijn pad zal komen. Wat voorbestemd is, zal op zijn plaats vallen. Wat juist is, zal goed voelen en ik zal niets hoeven te forceren.
De waarheid is dat het leven niet altijd volgens plan verloopt. We zullen momenten hebben waarop alles perfect lijkt en dan zal het allemaal rampzalig uit elkaar vallen.
We zullen een relatie hebben met iemand die in onze ogen voor altijd de onze zal zijn en daarna kijken we hulpeloos toe terwijl de relatie afbrokkelt.
We zullen de carrière najagen waar we op gehoopt hadden en waar we om gebeden hebben, en we zullen ontdekken dat het niet klopt.
We zullen opstaan en dan weer onderuitgaan. En op den duur zullen we weer uit de as herrijzen.
Maar op al die momenten kunnen we zeker niet het antwoord weten op elke vraag.
We kunnen onmogelijk begrijpen wat er aan de hand is, waar we heen moeten gaan, wat we zouden moeten doen, elke seconde van elke dag.
We kunnen onmogelijk weten wat juist is of goed, of wat aan ons toebehoort.
We moeten gewoon vertrouwen hebben – in een hogere macht, in het universum, in onszelf. We moeten vooruitgaan.
We moeten weten dat wat voor ons bestemd is, zijn weg (terug) naar ons zal vinden. Zelfs als dat niet gebeurt binnen een bepaalde tijd.
De waarheid is dat wat voor ons voorbestemd is, op ons pad zal komen. Relaties zullen afdrijven, omdat ze ruimte maken voor de juiste mensen.
Liefde zal vervagen, omdat dat individu niet voor altijd bij ons hoorde te blijven.
Banen zullen de weg vrijmaken om nieuwe kansen te creëren.
Plannen zullen compleet veranderen omdat we niet vast horen te zitten aan een vaste plek.
Wanneer deze dingen gebeuren, zullen we misschien doodsbang zijn. We zullen misschien het gevoel hebben alsof onze levens volledig in elkaar storten.
We zullen misschien huilen, schreeuwen, onze vuisten boos in de lucht gooien, twijfelen aan ons geloof, boos zijn op God – maar de waarheid is dat soms iets waar we zo stevig aan vasthielden, uit elkaar valt, zodat er iets beters op ons pad kan komen.
Soms worden gebeden niet beantwoord omdat er al iets mooiers onderweg is.
Het komt erop neer dat het even zal duren voordat dit zich openbaart, het zal misschien wegdrijven, het zal misschien tijdelijk zoek zijn, maar als het klopt, dan zal het zijn weg terugvinden naar ons.
We hoeven niet te stressen. We hoeven niet te piekeren.
We hoeven niet onze dagen te slijten in oneindige pijn, terwijl we ons afvragen of we iets verkeerd hebben gedaan, of God ons in de steek gelaten heeft, of we geen goed mens zijn, omdat onze wens onvervuld is.
Want al die dingen zijn niet waar.
We hoeven geen tijd te verspillen als we op zoek zijn en zaken najagen die weer vervagen. We moeten in plaats daarvan afgaan op wat goed voelt en erop vertrouwen dat als het wel goed is, het zal gebeuren.
We moeten begrijpen dat God achter ons staat en zelfs als we het gevoel hebben dat we in de leegte spreken, Hij is hier. Altijd.
We moeten onze waarde kennen en er toch altijd naar streven om iemand te zijn die zegeningen verdient.
We moeten door blijven gaan, blijven geloven dat goede dingen voor ons in het verschiet liggen, positieve energie in een wereld stoppen die zo hard zijn best doet om onze energie op te slurpen.
We moeten weten dat we niet altijd alle antwoorden hebben, maar dat betekent niet dat we er alleen voor staan.
We moeten begrijpen dat het leven niet altijd logisch is en dat het niet altijd volgens plan verloopt, maar dat betekent niet dat we uiteindelijk niet vinden waar we al die tijd naar hebben gezocht.
Wat aan ons toebehoort, zal op ons pad komen – de mensen, de kansen, de banen, de passies, de hoop – we zullen die dingen vinden wanneer de tijd daar rijp voor is, wanneer we dat horen te krijgen, wanneer God weet dat we bereid zijn het aan te nemen en we gebruik zullen maken van de zegeningen.
We hoeven het niet te bevechten. We hoeven ons niet te haasten. We hoeven niet in een oneindige staat van stress of angst te verkeren.
We hoeven alleen maar los te laten, ruimte te maken, te vertrouwen. En we moeten toestaan dat wat bestemd is voor ons, op ons pad zal komen.