Het is officieel: ik zit niet meer achter je aan. Ik ben het zat. Ik ben moe. Ik ben uitgeput.
Ik kan mijn eigen hart niet blijven breken door aan jouw zijde te blijven staan.
Het was mijn keuze om door te blijven gaan met wat we hadden en het is ook aan mij om er een punt achter te zetten. Ik heb eigenlijk geen andere keus.
Ik ben nooit minder om je gaan geven. Integendeel. Ik geef nog steeds om je, maar ik geef meer om mezelf.
Ik ben gaandeweg vergeten dat ik ook besta, dat mijn gevoelens er ook toedoen.
Ik had het zo druk met jou gelukkig te maken, met jou de mijne te maken, dat ik mezelf uit het oog ben verloren.
Ik kap ermee, ik wil niet meer de enige zijn die moeite doet om de relatie in leven te houden.
Ik ben verdrietig als ik me bedenk dat jij me niet tegemoet wilt komen. Ik heb eigenlijk steeds de eerste appjes gestuurd.
Ik was degene die jou opbelde als ik je miste. Ik was degene die alles liet vallen als je me belde en zei dat je graag wilde afspreken.
Ik zal je niet meer bellen of appen of je op je wenken bedienen. Dit kan ik niet meer.
Het is net alsof ik steeds minder zelfvertrouwen krijg als ik iets voor je doe.
Ik ga geen moeite meer doen.
Het is ontzettend pijnlijk om een relatie te hebben die maar van één kant komt.
Ik ben uitgeput omdat ik er als enige moeite voor heb gedaan, ik ben het zat om te geven en niks terug te krijgen.
Ik zie nu in dat mijn moeite tevergeefs is geweest. Dit had ik al veel eerder moeten zien.
Als iets niet wederzijds is, als twee mensen niet net zoveel moeite doen, kun je niet vooruit.
Ik zal me niet langer anders voordoen.
Wat ik ook deed, hoe ik me ook gedroeg, het was nooit goed genoeg voor jou.
Ik heb mijn uiterste best gedaan, ik heb me in allerlei bochten gewrongen en zelfs dat was niet voldoende.
Het verdrietigste is dat ik de noodzaak voelde om zo mijn uiterste best te doen.
Ik realiseer me nu dat ik altijd goed genoeg ben geweest. Maar jouw besluiteloosheid en periodieke kilte gaven me een ander idee.
Ik doe dit niet meer. Ik zal voor niemand anders veranderen. Ik wil iemand die me accepteert zoals ik hem accepteer.
Ik wil iemand bij wie ik mezelf kan zijn. Iemand die me waardeert zoals ik ben.
Ik ga je niet meer de hele tijd verdedigen.
Zo vaak als de mensen om me heen me voor jou probeerden te waarschuwen kwam ik voor je op. Ik verzon zelfs smoezen als ik wist dat ze gelijk hadden.
Ik zei dan dat je anders was. Dat je meer was dan mensen op het eerste gezicht konden merken.
Dat je anders was als we alleen waren. Maar dit waren de leugens die ik mezelf vertelde.
Het is tijd dat ik de waarheid onder ogen zie: dat jij altijd maar voor de helft geïnvesteerd ben geweest in de relatie of, beter gezegd, dat we een nogal lastige relatie hadden.
Je stond nooit klaar voor mij. Je was nooit helemaal de mijne.
Ik ga niet meer zitten wachten tot je eindelijk zover bent.
Ik weet dat die dag nooit zal komen. In ieder geval niet voor ons. Het is pijnlijk om te zeggen, maar we komen iets tekort.
We komen zelfs veel tekort, zoals je hierboven kunt lezen.
Zolang ik achter jou aan zit zal jij altijd één stap verder zijn. Je zal altijd buiten bereik blijven en daar moet ik vrede mee sluiten.
Ik zal niet meer over de toekomst dromen die we misschien hadden kunnen hebben.
Ik bleef smachten naar de dag dat je je zou realiseren dat we perfect bij elkaar pasten.
Verdomme, we waren al een perfect stel, behalve op de dagen dat je je terugtrok omdat je bang was dat je te gehecht aan me zou raken.
Maar ik ben die dromen beu. Ik ben de vragen ‘wat als’ zat. Je hebt genoeg tijd gehad.
Je had stoerder kunnen zijn en ervoor kunnen kiezen om de relatie betekenisvoller te maken, maar dit heb je nooit gedaan.
Ik weet dat je me zal missen. Ik weet dat je spijt zal krijgen dat je me geen kans hebt gegeven, dat je het niet hebt geprobeerd.
Maar het zal dan al te laat zijn. Dan ben ik allang verder gegaan.