“Ze is een bijzondere soort vrouw…Ze is degene die een rots in de branding kan zijn en die fundering.
Ze is de vrouw die zich op zal offeren voor jouw geluk, die elke droom die je hebt steunt en die je grootste fan is.
Ze is degene die jou zal inspireren, motiveren en uitdagen om een beter mens te worden in alle opzichten.
Ze is de vrouw die zal vechten om het te laten slagen en ze zal nooit makkelijk opgeven. Ze een bijzondere soort vrouw.
Ze is trouw. Ze is intelligent. Ze is gepassioneerd over het leven. Ze heeft gevoel. Ze heeft diepgang. Ze heeft een hart van goud.
En ze weet hoe iemand onvoorwaardelijk van een ander kan houden. Ze is een bijzonder soort vrouw.
En ze is zo bijzonder dat ze met minder dan een koning geen genoegen hoeft te nemen.” ~ Onbekend
Ik begin te denken dat ik misschien niet geschikt ben voor de liefde.
Ik denk dat het misschien niet om de liefde gaat, maar meer om liefde die je terugkrijgt.
Of tenminste het soort liefde dat iemand de zin geeft om alles te doen om bij mij te zijn.
Het gevoel dat twee mensen krijgen dat hen inspireert om bergen te verzetten om hun liefde net zo de werkelijkheid te maken als dat de zon opkomt.
Misschien is mijn probleem dat ik van mening ben dat liefde magisch hoort te zijn – niet logisch.
Mijn ziel hunkert naar elektriciteit, vonken, poëzie, en hoe een kus van een zielsverwant de hele wereld kan laten verdwijnen.
Maar hoeveel ik hier ook naar verlang, hoeveel ik deze liefde aan anderen geef, ik krijg het nooit terug.
Ik ben nooit degene die tegenover iemand zit terwijl ze mijn handen vasthouden, “schat, er iets niet op aarde dat ik niet zou doen om dit te laten slagen, want jij bent het enige dat voor mij zeker is.”
Maar ik ben uitgeput geraakt door tegen mezelf te liegen, en ik ben moe geworden van het doen alsof vriendschap de enige mogelijkheid is.
En ik ben nog meer uitgeput van het geloven in de liefde en de hoop te koesteren dat ik op een dag niet meer alleen naar bed hoef te gaan in de avond.
Ik denk dat ik me eindelijk besef dat ik misschien nooit bemind zal worden op de manier waar ik naar verlang.
Misschien is het mijn lot om alleen te zijn, misschien is het mijn lot om te geven maar nooit volledig te ontvangen.
Ik denk dat het misschien mijn eigen schuld is in bepaalde opzichten, want ik zie altijd het licht aan het eind van de tunnel.
Ik richt me nooit op de redenen waarom het niet gaat werken, maar alleen op de redenen waar het zou moeten werken.
Ik kijk niet naar hoe moeilijk het kan worden, maar hoe het het waard kan zijn.
Ik besteed geen minuut aan de gedachte hoe een liefde invloed zou kunnen hebben op anderen, want ik weet dat als je liefde vindt, dat het voelt als thuiskomen, en dat je eraan vast zult houden.
Ik ben altijd een romanticus geweest, iemand die dol is op de dramatische climax in films, wanneer het lijkt of alles verloren is, maar de liefde alsnog zegeviert.
Het soort vrouw waarvoor een man uren in de auto zit om mijn lippen tegen de zijne te voelen, om midden in de nacht wakker gemaakt te worden, alleen omdat hij niet tot de ochtend kon wachten om me te zien.
Misschien is het wel niet de liefde waar ik naar op zoek ben, maar om gewoon zo bijzonder te zijn in iemands ogen dat ze alles zouden doen om me niet alleen te krijgen, maar om me ook te houden.
En nog steeds, terwijl ik dit allemaal bedenk, weiger ik te veranderen.
Ik geef geen centimeter toe, want ik heb niet het vermogen om met minder genoegen te nemen dan het soort liefde dat mijn wereld op zijn kop zet en me in een andere dimensie neerzet.
Een liefde die me zoent als een zondagmorgen, en me op mijn knieën laat bidden in dankbaarheid omdat onze zielen in dit leven bij elkaar werden gebracht.
Ik wil geen gewone liefde.
Ik wil niet dat anderen hun goedkeuring uiten alleen omdat we dingen gemeen hebben of omdat hij een goede toevoeging is aan mijn familie.
Ik wil niet dat hij zegt “we kloppen samen.”
Wat ik wil is een man die tegen me zegt dat ik hem het hoofd op hol breng, dat ik hem langzaam aan doodmaak met mijn liefde en mijn echtheid.
Ik wil een man die me inademt en weigert om zijn leven te delen met iemand anders aan zijn zij. Ik wil dat een man moeite heeft met het idee van mij en denkt dat wat hij ook doet, hij mij gewoon niet uit zijn hart kan krijgen.
Ik denk dat ik vooral verlang naar een man die voor me wil vechten, voor ons, op dezelfde manieren dat ik voor hem zou vechten.
Iemand die niet alleen zegt dat ik het waard ben – maar die het aan me bewijst met zijn daden.
Zelfs als mijn hart doordrenkt is van bitterzoete liefde denk ik nog steeds niet dat ik teveel vraag.
Ik denk niet dat het gek is om te denken dat de liefde soms wel degelijk groeit op de meest onwaarschijnlijke plekken en dat wanneer dat staat te gebeuren, in plaats van dat we de benen nemen, we onze voeten vastzetten en vastberaden blijven om iets wat zo bijzonder is te beschermen.
Ik weet niet wat de morgen zal brengen.
Ik weet niet of er ooit misschien een man zal zijn die de stoute schoenen aantrekt alleen om degene te zijn die ’s ochtends naast mij wakker wordt en me in mijn glunderende ogen kijkt.
Ik weet niet of er ooit van mij gehouden zal worden zoals ik dat nodig heb. Misschien ben ik niet gemaakt voor de liefde.
Misschien hoor ik dit leven alleen te bewandelen, terwijl ik onvoorwaardelijke liefde cadeaugeef aan mensen die ik tegenkom.
Misschien kan ik wel zo van mensen houden door mijn eenzaamheid – want als het zuiver en puur is zal het een kracht zijn die niet tegen te houden is.