Ik was niet klaar voor iemand zoals jij. Je kwam in mijn leven toen ik nog steeds aan het genezen was. Toen ik nog moest leren leven met de gebroken stukjes die van mijzelf waren.
Toen ik nog moest leren om te houden van degene die terug staarde vanuit de spiegel, terwijl iemand anders me daaraan had doen twijfelen.
Ik was niet klaar voor iemand zoals jij omdat ik bezig was met het liefdesverdriet dat ik dacht verdiend te hebben. Je weet dat als je alleen maar gewend bent om gekwetst te worden, het soms pijnlijk bekend voor kan komen.
Ik was niet echt bang voor pijn maar meer voor geluk. Ik was pijn gewend. Ik wist hoe ik daarop moest reageren.
Ik was het gewend om teleurgesteld te zijn en dat de ander me liet zitten. Ik verwachtte het eigenlijk altijd.
Ik heb nooit met zelfvertrouwen naar iemand gekeken. Ik heb nooit iemand gekend die op die manier naar mij keek. Maar met jou was het gemakkelijk.
Je verving onzekerheid door zeker zijn.
Je verving gemengde signalen door je aan je beloftes te houden.
Je verving het fysieke door eerst een emotionele band op te willen bouwen.
Je verving mijn moeite door mijn dezelfde liefde terug te geven.
Je belde me bijvoorbeeld op als je dat had beloofd. En we hingen urenlang aan de lijn.
We leerden zo snel zoveel over elkaar dat ik wat angst ontwikkelde.
Ik wilde je bij me wegdrijven, maar elke keer dat ik dat probeerde trok je me weer naar je toe.
Ik liet je zonder enige zorgen toe en ik vertelde je alles van mijn beste kanten tot mijn ergste fouten waar je achter zou komen en die je zouden wegjagen.
Maar dat deed je niet, je luisterde naar me terwijl ik over het verleden sprak dat me nu nog steeds achtervolgt en je vatte het allemaal niet zo erg op.
Je nam de pijn en het verdriet waar ik aan vasthield en leerde me dat ik het niet verdiende.
Het waren simpele gebaren zoals het vastpakken van mijn hand in de auto of het kussen van mijn voorhoofd. Kleine dingen.
Ik was in tweestrijd en voelde me overrompeld door twee emoties die het zo moeilijk hadden gemaakt om je te ontmoeten.
Het opwindende van een nieuw iemand werd gemengd met de pijn die nog steeds aanwezig was vanwege iemand in mijn verleden.
Het zijn de goede morgen appjes die vroeger door iemand anders werden gestuurd.
Het zijn de gesprekken met een nieuw iemand waar ik aan moest wennen.
Het is dat iemand in je verleden een deel van je hart dat je nooit meer terug zal krijgen in zijn bezit heeft.
Ik denk dat als je gekwetst wordt, je nooit die stukjes van jezelf terugkrijgt die je aan iemand hebt geschonken.
Het was dat ik je het beste wilde geven maar dat ik geen intact hart had om te geven, dus ik deed wat ik kon en hoopte dat dat genoeg zou zijn.
Momenten waarop ik geen reden had om je niet te vertrouwen, maar het verleden me had geleerd dat ik op mijn hoede moest zijn.
Het was vanwege het glimlachen en lachen en dat de realiteit binnendrong als ik naar je keek, dat ik verder moest gaan en moest doen alsof ik niet meer zoveel pijn voelde.
Maar genezen is een proces.
En je ontmoet een nieuw iemand en er is dan geen zucht van opluchting wanneer je denkt, ‘wow, eindelijk’. Je kijkt naar ze en het is een langzaam proces waarin je niet hard valt maar voorzichtig iets nieuws aangaat.
Want als je in tweestrijd bent met twee nogal tegenovergestelde emoties, pijn uit het verleden en nu iemand leuk vinden, volgt er wat verdoving.
Als pijn alles is wat je kent, komen alle andere emoties je onbekend voor.
Ik heb er niet om gevraagd dat je mijn leven binnenwandelde. Want ik dacht dat ik daar niet klaar voor was.
Maar wat als geen van ons ooit echt klaar zijn voor iets goeds en iets wat juist is? Wat als we allemaal toevallig dit soort dingen tegenkomen en mensen krijgen toegestuurd die we het meest nodig hebben.
Iets in mij zou graag willen uitleggen wat ik doormaakte. Dat ik nog steeds aan het genezen was. Dat ik probeerde over iemand heen te komen. Maar ik heb slechts uit kunnen leggen dat er onlangs iets ten einde was gekomen.
Ik wilde niet meer zeggen. Ik legde niet uit dat ik nog steeds verdriet had. Of dat er momenten waren waarop ik nog steeds aan iemand anders dacht. Ik legde al deze dingen niet uit omdat dat niet eerlijk was.
Ik weet dat je mensen niet kunt gebruiken om een of ander leegte op te vullen.
Wie er ook komt en gaat, sommige mensen laten je voor altijd leeg achter en je komt er gewoon niet meer overheen, je leert gewoon om zonder hen te functioneren, ook als je ze elke dag mist.
Je kijkt soms op je telefoon en vraagt je af of de naam van die ander zal verschijnen. Maar het gebeurt niet.
En ik weet dat je misschien een schuldgevoel hebt als deze emoties je overweldigen.
Alsof je ze onder controle zou moeten hebben en dat je over iemand heen zou moeten zijn die tot je verleden behoort en dat je je aandacht volledig op deze persoon voor je neus gevestigd moet hebben. Maar zoiets vergt tijd.
Hoe de pijn die een ander je heeft bezorgd er ook uitziet, je hebt het überhaupt niet verdiend. Misschien wil je degene die nu bij je is niet echt, maar soms komen we mensen tegen die we hard nodig hebben.
Soms is het een meevaller als we niet degene krijgen die we wilden, want dan krijgen we pas de persoon die we verdienen.