Als je haar ziet zal ze je aan sneeuw doen denken — mooi vanbuiten, koud bij aanraking.
Dat is wat je bij haar hebt veroorzaakt.
Ze is niet altijd zo geweest.
Ze had een bruisende, zonnige persoonlijkheid.
Ze had een ongelooflijke energie.
Haar hoeveelheid mededogen en begrip was moeilijk te vinden.
Maar beetje bij beetje heb je haar vonk afgepakt.
Je hebt haar innerlijke zonneschijn gestolen.
Je was haar grootste zwakte.
Ze heeft nooit geleerd om ‘nee’ tegen je te zeggen.
Ze stond altijd voor je klaar als je haar opbelde.
Ze liet alles vallen om bij je te zijn.
Ze nam van zichzelf en gaf het aan jou omdat ze dacht dat dat de juiste keuze was.
Dat doe je als je zoveel van iemand houdt.
Ze raakte soms vermoeid, ze kreeg er niets voor terug en daarom wilde ze op haar strepen staan.
Ze zou gaan eisen om goed behandeld te worden, maar ze zette dit niet door.
Ze vergaf je iedere keer weer, hoewel je je nooit hebt verontschuldigd.
Zodra ze jou zag vergat ze de slechte dingen.
Je had macht over haar en dat kon ze niet weerstaan.
Ze kon nooit lang boos op je blijven.
Wat je ook deed.
Hoe hard ze ook huilde of welk gevoel je haar ook gaf, een lief woordje, zoen of omhelzing en ze negeerde alles.
Dagen vlogen voorbij zonder dat je wat liet weten en zonder waarschuwing kwam je opeens weer terug in haar leven alsof je nooit vertrokken was.
Alles was een tijdje perfect.
En toen was je opeens weer vertrokken.
Je verdween als sneeuw voor de zon.
Telkens als je dit deed brak haar hart weer wat meer.
Ze zei dan hoe vreselijk ze zich voelde als je dit deed.
Ze vertelde je hoe pijnlijk het was en hoe ze vanbinnen afbrokkelde.
Maar het kon je niet echt schelen.
Tuurlijk luisterde je.
Je zei wat lieve woordjes en beloofde dat het nooit meer zou gebeuren.
Maar het moment dat ze zich weer veilig en gelukkig begon te voelen, haalde je het vangnet binnen en ging ze keihard onderuit.
De waarheid is dat je nooit echt om haar gegeven hebt.
Jij was zelf de enige die je belangrijk vond.
Je hebt haar nooit goed behandeld.
Je gaf haar nooit het respect, de liefde en het begrip dat ze jou gaf.
Je bleef gewoon nemen en ontvangen tot ze niet meer over had.
Haar emoties waren op.
Haar ziel was doodop. En toen gaf je haar nog een laatste trap.
Je kwam niet meer terug.
Ze weet niet echt of dat haar gebroken heeft of dat ze al lang daarvoor verwoest was.
Ze wist alleen dat ze moest accepteren dat ze het niet kon veranderen.
Ze wist alleen dat ondanks dat ze zo oververmoeid was, ze gewoon verder moest.
Ze moest zelf overeind komen en haar leven weer oppakken.
Ze moest de kracht vinden die ze niet eens dacht te hebben.
Het geweldige is dat ze eindelijk doorkreeg dat jouw afwezigheid het beste was dat haar ooit had kunnen overkomen.
Het slechte is dat ze niet weet of ze ooit iemand zal vinden die ze kan vertrouwen en bij wie ze zich veilig kan voelen.
Ze heeft geen begrip meer over.
Ze heeft geen liefde meer over. Ze is dof geworden.
Ze is kil geworden. Ze is een schim geworden van de vrouw die ze ooit was.
Hoewel haar hart diep vanbinnen nog warm is, is het slechts bedekt met muren van titanium en een dikke laag ijs.
Het is haar afweersysteem.
Het is een manier om ervoor te zorgen dat niemand haar ooit meer zo kwetst als jij.
Maar weet je wat, ik was die vrouw ooit.
Ik heb van iemand gehouden die net zo toxisch was als jij en ik heb het overleefd.
Ik heb het overleefd en ik heb geleerd om weer te vertrouwen. Zij zal dit ook leren.
Ik was verwoest en verbogen, ik kwam emotioneel in een diep dal terecht, ik was bang om lief te hebben, ik was bang om te vertrouwen en ik heb eraan gewerkt.
Ik heb van mijn pijn mijn sterkste wapen gemaakt.
Ik heb moeite gedaan om mijn leven geweldiger te maken dan ooit en het is me gelukt.
Ik heb geleerd om gelukkig te zijn alleen.
Ik heb ook gaandeweg de juiste handen gevonden om me vast te houden.
Ik heb het hart gevonden dat het ijs wegsmolt en dat mijn warmte heeft doen opleven.
Vertrouw me, dit zal haar ook lukken.
Vertrouw me, je zal haar terugwillen.
Vertrouw me, het zal haar helemaal niks kunnen schelen.