Ik weet dat je je afvraagt waar alles fout is gegaan.
Ik weet dat je met je verleden wordt geconfronteerd en je hebt geen idee welke fout je hebt gemaakt.
Ik weet dat je aan jezelf en aan God vraagt: “Hoe is dit gebeurd?”
Ik weet dat je het zat bent om een nepglimlach op je gezicht te toveren. Je bent het zat om te doen alsof alles in orde is.
Je bent het zo zat om automatische antwoorden op de vraag: “Hoe gaat het met je?” te geven.
“Ja, het gaat goed, ik voel me geweldig!” zeg je, denkend en wensend dat alle vragen eindelijk eens op zouden houden.
Ik weet dat wanneer je thuiskomt, wanneer je dagen minder turbulent worden en wanneer je je geest wat ruimte geeft om rond te dwalen, het rechtstreeks naar hem afdwaalt!
Ik begrijp hoeveel pijn je in je hart draagt. Ik weet hoeveel littekens een gekwetst persoon kan verbergen. Je houdt je pijn helemaal voor jezelf.
Je hebt pijn, je valt uit elkaar en niemand ziet het.
Weersta alsjeblieft je aandrang om contact met hem op te nemen.
Geef jezelf alsjeblieft op je donder als je handen naar de telefoon gaan om zijn social media te bekijken.
Vloek, roep, ga naar buiten – doe letterlijk alles wat je kunt bedenken, maar breek niet onder de druk.
Het is gewoon leegte die van binnenuit spreekt. Het is eenzaamheid. Het is dat gevoel van ongewenst zijn.
En elke keer dat het gebeurt, ren je terug naar het laatste waar je zeker van was – je rent naar hem terug.
Hoewel je weet dat hij niet meer dezelfde persoon is, hoewel je weet dat hij je niet waardig is en ook niet goed genoeg is om door je hoofd rond te dwalen, kun je hem niet laten gaan.
Diep van binnen hoop je dat hij zal veranderen.
Je hoopt dat hij weer de persoon wil worden op wie je verliefd bent geworden, maar dat doet hij niet.
Hij geeft jou nog steeds de schuld. Hij houdt nog steeds aan zijn verhaal vast. Hij heeft iemand nodig om zijn woede en frustratie op los te laten.
Hij zal zich nooit verontschuldigen. Hij zal nooit veranderen.
Ik neem het je niet kwalijk dat je hoopt dat hij terugkomt. Hij was niet de hele tijd zo’n klootzak.
Er waren momenten dat hij aardig en lief was, dat hij je liet zien hoeveel hij om je gaf, toen hij je in zijn hand hield alsof je een kwetsbare bloem was, die je tegen alles beschermde en je voor de wereld beschermde.
Er is een verhaal dat ik ooit heb gelezen en in dat verhaal was er een lieve kleine jongen die een vos vond.
Die vos was bang voor hem, die vos kwam uit de wildernis.
Die vos moest er zeker van zijn dat als de jongen haar eenmaal had getemd, hij haar niet zou verlaten.
En er was iets dat de vos tegen de kleine prins zei dat me aan jou deed denken:
“Voor mij ben je nog steeds niets meer dan een kleine jongen die net als honderdduizend andere kleine jongens is. En ik heb je niet nodig.
En jij, van jouw kant, hebt mij niet nodig. Voor jou ben ik niets meer dan een vos zoals honderdduizend andere vossen.
Maar als je me temt, dan hebben we elkaar nodig.
Voor mij ben je dan uniek in de hele wereld. Voor jou zal ik uniek in de hele wereld zijn.” – Antoine de Saint-Exupéry, De kleine prins
Hij had hetzelfde moeten doen. Hij die je heeft getemd, die je vertrouwde.
Je had zijn unieke persoon moeten zijn, iemand die hij nooit zou kwetsen en die hij nooit los zou laten.
Hij hield zich nooit aan de belofte die hij heeft gedaan. Hij beschermde je niet tegen de pijn. Hij veroorzaakte je pijn.
En langzaamaan werd jullie relatie eenzijdig.
Hij gaf niets om je en je was nog steeds bezig om de rotzooi achter hem aan op te rapen, in de hoop dat hij zal zien hoeveel pijn hij je bezorgt.
Je slikte de tranen in, in de hoop dat hij bij zou draaien.
En zo nu en dan is daar die lieve kant van hem en komt hij aan je deur kloppen.
En zo nu en dan laat je hem binnen, je vertrouwt hem en hij doet je dan helemaal opnieuw pijn.
Ga deze keer niet naar hem terug. Sta jezelf niet toe om opnieuw gekwetst en gebroken te worden.
Ik weet dat je het gewicht ervan nog steeds op je schouders draagt, maar het is slechts een kwestie van tijd voordat je onder druk gaat barsten en onherstelbaar kapot gaat.
Deze keer moet je sterk blijven. Je moet jezelf niet laten bezwijken. Hij is je zwakke plek.
Hij is jouw kryptoniet. Laat hem je niet voorgoed vernietigen, want dat zal hij doen.
Blijf je interne strijd voeren. Laat je hart en je hoofd discussiëren en help de rede te zegevieren.
Het is het beste wat je kunt doen. Het is je laatste kans op geluk.
Alsjeblieft ga zelfs als hij de laatste man op aarde zou zijn, niet naar hem terug.
Je bent al zo ver gekomen. Vernietig niet alles wat je tot nu toe op hebt gebouwd. Ga alsjeblieft niet naar hem terug.