Ik ben als eerste gestopt met je te appen.
Ik beantwoordde je snaps niet meer.
Ik plaatste geen opmerkingen meer onder je foto’s. Ik likete je foto’s niet langer.
Ik probeerde niet langer je aandacht te krijgen – maar dit deed ik niet uit wraak.
Ik probeer je niet boos te maken.
Ik probeer er niet voor te zorgen dat je me mist. Ik heb er gewoon genoeg van.
Ik praat niet meer met je omdat je zoveel tijd en energie in beslag nam.
Het was een hele taak om je interesse in het gesprek te blijven wekken.
Soms moest ik dubbele berichten appen om de woorden te laten komen omdat je verveeld raakte en niet meer reageerde.
Soms moest ik het gesprek dragen.
Ik moest nieuwe onderwerpen verzinnen om te bespreken.
Ik moest alles doen.
Ik praat niet meer met je omdat het te vermoeiend voor me werd.
Ik was het zat om ervoor te zorgen dat je me leuk vond.
Beu dat ik je de juiste vragen probeerde te stellen en dat ik je de juiste antwoorden gaf.
Beu dat ik je steeds probeerde te overtuigen dat ik jouw liefde verdiende.
Ik praat niet meer met je omdat het oneerlijk is dat ik de enige ben die er moeite voor doet.
Ik initieerde elk gesprek en daarom stopte onze appgespreken meteen toen ik mijn best niet meer deed.
Jij had eindelijk eens contact met mij kunnen opnemen, maar dit heb je nooit gedaan.
Ik denk dat je nog steeds zit te wachten tot ik dat weer doe.
Dat of het maakt je gewoon niet uit dat het contact voorbij is.
En als het jou niets doet, dan zou het mij ook niets moeten schelen.
Ik praat niet meer met je omdat ik het zat ben om spelletjes te spelen.
Ik had er altijd een hekel aan om urenlang te wachten tot je terug appte, maar ik pikte het, want ik gaf om je.
Ik dacht namelijk dat je het wachten waard zou zijn.
Maar nu realiseer ik me dat je slechts probeerde om me in je macht te hebben, om eruit te zien alsof je er minder om gaf dan ik – en ik heb geen tijd voor dit soort zieke spelletjes.
Ik praat niet meer met je omdat er niets meer te zeggen valt.
Je weet al hoe ik over jou denk en het is me duidelijk dat je niet hetzelfde voor mij voelt.
Als dat wel zo was, had je net zo hard je best gedaan als ik altijd voor jou deed.
Je had moeite gedaan.
Je had me sneller terug geappt en was gesprekken begonnen en je had me gevraagd of we ergens konden afspreken, zodat we elkaar niet alleen telefonisch zouden spreken.
Maar er is helemaal niets gebeurd.
Ik praat niet meer met je omdat ik erachter ben gekomen dat je het niet erg vindt om mij kwijt te raken.
Als ik eerlijk ben, wist ik niet eens zeker of je het door zou hebben dat ik er niet meer was.
Het is niet alsof je ooit enthousiast was over onze gesprekken.
Het leek altijd alsof je maar half aanwezig was, alsof je slechts voor de helft oplette.
Ik praat niet meer met je omdat ik geen ruimte heb voor mensen die mij maar niet waarderen.
Ik ben niet kwaad.
Ik probeer je niet terug te krijgen.
Ik ben het gewoon zat om je aandacht vast te houden als het duidelijk is dat je liever ergens anders zou zijn.
Ik ben het zat om te appen met iemand die niet met mij wil appen.