Iedereen heeft er waarschijnlijk wel eens van gehoord, een obsessief compulsieve persoonlijkheidsstoornis. Ook in Nederland wordt er vaak de Engelse term OCD voor gebruikt. Dat komt van Obsessive Compulsive Disorder.
Ondanks dat iedereen wel weet wat het ongeveer is, zullen maar weinig mensen weten wat het precies inhoudt. Toch is het een stoornis die heel serieus genomen moet worden.
Mensen die last hebben van een obsessief compulsieve persoonlijkheidsstoornis, hebben daar namelijk erg veel last van. Ze hebben continu last van gedachtes en gedragingen, waardoor ze erg veel tijd verliezen.
Daarbij is het ook lastig om normaal te functioneren als je last hebt van een obsessief compulsieve persoonlijkheidsstoornis. Normaal sociaal functioneren en een opleiding volgen of werken kan soms erg bemoeilijkt worden.
Dit kan voor erg veel stress en angst zorgen. Gelukkig is het niet moeilijk om de stoornis te herkennen. Echter moet het wel altijd door een arts worden vastgesteld, omdat deze dan ook kan overgaan tot de juiste, effectieve behandeling.
Om je alvast een idee te geven van wat iemand met een obsessief compulsieve persoonlijkheidsstoornis allemaal is, hebben we hier de twee belangrijkste symptomen voor je uitgewerkt.
Iemand met een obsessief compulsieve persoonlijkheidsstoornis heeft obsessieve gedachten
Iedereen heeft wel eens een gedichtenstroom die niet ophoudt. Normaal gezien kan je jezelf een halt toeroepen en je gedachten gewoon weer op iets anders richten. Je gaat weer gewoon verder met je leven.
Bij iemand met een obsessief compulsieve persoonlijkheidsstoornis houden deze gedachten niet op. Iemand kan er ook geen controle over uitoefenen.
Over het algemeen zijn de gedachten ook donker van aard. Ze zorgen voor erg veel stress en angst, omdat ze ook erg overtuigend zijn.
Ieder persoon met een obsessief compulsieve persoonlijkheidsstoornis is weer anders. Er is geen bepaalde gedachte die bijvoorbeeld iedereen heeft.
Er zijn wel een aantal typische patronen:
- De angst om iemand pijn te doen
- De angst dat iemand anders een geliefde pijn zal doen
- Beelden die expliciet zijn
- De angst om de controle kwijt te raken en iets ongepasts te doen
- De drang om objecten op een bepaalde manier te ordenen
- Veel bezig zijn met symmetrie, patronen en bijgeloof
- De angst om besmet te worden met bacteriën
- Twijfels over het eigen moraal
- De angst dat iets niet af is
- Twijfels over of iets gedaan is
Sommige mensen zullen nog wel eens grappend zeggen dat ze heel ‘OCD’ zijn, als ze bijvoorbeeld hun bureau netjes ordenen.
Dit is een van de symptomen die het meest bekend is. Mensen zijn zich minder bewust van de constante stroom aan negatieve gedachten die ook een onderdeel van een obsessief compulsieve persoonlijkheidsstoornis kan zijn.
Het gekke is dat iemand zich er heel goed van bewust is dat de gedachten niet realistisch zijn. Iemand weet ook echt wel dat de deur op slot is gedraaid. Toch gaat die persoon nog een paar keer terug om het te controleren.
Iemand met een obsessief compulsieve persoonlijkheidsstoornis heeft obsessieve handelingen
Naast gedachten kunnen er ook obsessieve handelingen zijn. Dit zijn dingen waarvan een persoon denkt dat hij het moet doen.
Net als bij de gedachten is de persoon zich er zeker wel van bewust dat deze handelingen niet logisch zijn. Toch hebben ze het gevoel dat ze het moeten doen. Ze kunnen geen rust vinden totdat de handeling is uitgevoerd.
Er zijn een aantal redenen waarom iemand met een obsessief compulsieve persoonlijkheidsstoornis zich verplicht voelt om dit soort handelingen te doen. Het kan bijvoorbeeld zijn om stress te verminderen.
Ook kunnen handeling worden ingezet om de stroom aan gedachten te kalmeren. Het kan ook een soort tovermiddel zijn om te voorkomen dat er iets slechts zal gebeuren.
Over het algemeen houdt het effect van de handelingen niet lang stand. Gedachten worden maar even verdrongen. De stress en angst keert vrijwel meteen weer terug.
Net als bij de gedachten, zijn ook de handelingen willekeurig. Het verschilt per persoon wat de handelingen van de voorkeur precies zijn.
Een handeling kan direct verbonden zijn met de gedachten, maar het kan er ook helemaal los van staan. Er zijn ook een aantal typische handelingen:
- Excessief handen wassen
- Tellen
- Patronen zoeken
- Objecten ordenen
- Dingen meerdere dingen controleren
- Constant op zoek gaan naar bevestiging
- Het gebruik van een mantra
- Handelingen op basis van bijgeloof
- Lichaamsbewegingen
Iedereen die een obsessief compulsieve persoonlijkheidsstoornis heeft, heeft last van obsessieve gedachten. Het verschilt per persoon of daar ook handelingen bij komen.
Er zijn dus mensen die hun stoornis niet uiten met handelingen. Bij deze mensen is er aan de buitenkant vaak niks bijzonders te zien. Het is moeilijk om vast te stellen dat zij ergens last van hebben.
De invloed op het leven
Ongeacht of iemand alleen last heeft van gedachtes of van handelingen, de invloed van een obsessief compulsieve persoonlijkheidsstoornis is groot.
Het kost namelijk ontzettend veel tijd. De obsessieve gedachten zorgen ervoor dat er minder ruimte over is voor andere gedachten. Dat kan veel problemen opleveren bij werk of studie.
Voor de handelingen geldt hetzelfde. Als je de hele dag bezig bent met obsessieve handelingen, duurt alles veel langer. Je kan bijna de deur niet uit als je iedere meerdere keren moet controleren of je deze wel op slot hebt gedaan.
Handelingen kunnen ook niet altijd zomaar worden uitgevoerd. In de openbare ruimte is het veel moeilijker om een handeling vaak te herhalen.
Iemand met de stoornis weet namelijk zelf ook heel goed dat wat ze doen nergens op slaat. Dat maakt het meteen ook heel moeilijk om ze uit te voeren waar andere mensen bij zijn.
Ergens voelen ze dat ze de handeling moeten uitvoeren, maar ze krijgen ook stress van het feit dat ze voor gek staan. Er ontstaat een strijd tussen de handeling willen uitvoeren en ‘normaal’ willen doen.
Daarbij zorgen de gedachten vaak ook voor angst en stress. Ondanks dat iemand met een obsessief compulsieve persoonlijkheidsstoornis wel weet dat deze angsten niet reeël zijn, is het gevoel van angst wel overheersend.
Iemand kan echt denken dat anderen in gevaar zijn. Dat gevoel neemt al het andere over en zal allesoverheersend zijn.
Het feit dat handelingen en gedachten zo veel tijd kosten, zorgt ook voor stress. De persoon houdt geen tijd over om andere dingen goed te doen.
Op werk en bij studie worden op deze manier veel deadlines gemist. Iemand kan niet op een normale manier presteren. Dat zit de groei in het leven in de weg en dat is natuurlijk ook erg frustrerend.
Verschillende dingen die iemand met een obsessief compulsieve persoonlijkheidsstoornis niet kan
De stoornis heeft invloed op alle aspecten van iemands leven. Om een idee te krijgen van de dingen die moeilijk zijn, kan je naar dit lijstje kijken:
- Moeite met concentreren op school of werk
- Te weinig tijd of focus om dingen af te maken
- Financiële problemen door het gebrek aan een baan
- Moeite met relaties onderhouden door gebrek aan tijd en focus
- Fysieke problemen door de handelingen, zoals een huidaandoening
- Overmatig gebruik van alcohol of drugs om de obsessies te onderdrukken
- Gedachten aan zelfmoord
- Lage kwaliteit van leven
Ondanks dat dit al een uitgebreid lijstje is, kunnen daar nog veel dingen bij komen. Iemand kan bijvoorbeeld ook geen auto kunnen rijden en daardoor erg beperkt worden.
Over het algemeen komen mensen met de stoornis niet erg veel buiten. Het is simpelweg te veel moeite om met de normale mensen mee te doen.
Daarom kan het best kwetsend zijn als je als grap zegt dat je een obsessief compulsieve persoonlijkheidsstoornis hebt. Het is namelijk heel iets anders wanneer je van een opgeruimd bureau houdt. Dan wanneer je leven zo beheerst wordt.
Ongeveer 2% van de mensen wereldwijd heeft serieus last van deze stoornis. Het komt zowel bij kinderen als bij volwassenen voor. Er zijn iets meer vrouwen dan mannen met de stoornis.
Wanneer heb je een obsessief compulsieve persoonlijkheidsstoornis?
Ondanks dat veel mensen het leuk vinden om te grappen dat ze last hebben van de stoornis, zijn er maar weinig mensen die het ook echt zullen hebben.
Een arts houdt altijd de volgende criteria aan:
- Iemand kan zijn gedachten of handelingen niet onder controle houden
- Er wordt excessief veel tijd besteed aan het de handelingen of gedachten
- Iemand haalt geen plezier uit de handelingen of gedachten
- De gedachten of handelingen hebben een significante invloed op het leven
Binnen de stoornis zijn er nog eens vier verschillende dimensies te onderscheiden. De eerste gaat over besmetting. Mensen die deze vorm hebben, zijn voornamelijk bang dat ze ergens door besmet worden.
Dat gaat dan om bacteriën op voorwerpen en eten. Deze mensen houden zich voornamelijk bezig met:
- Ontsmetten en desinfecteren
- Handen wassen
- Spullen weggooien
- Veel kleding wisselen
- Veilige zones maken
Deze handelingen bieden een kort moment van rust.
Het tweede type is perfectie. Deze mensen houden zich voornamelijk bezig met symmetrie, ordenen en exactheid. Zij moeten alles precies op de juiste manier hebben. Om dat voor elkaar te krijgen, spenderen ze veel tijd aan het verplaatsen en organiseren van dingen.
Ze hebben vaak ook een obsessie voor nummers en patronen. Deze mensen houden zich voornamelijk bezig met:
- Items organiseren
- Alles symmetrisch neerzetten
- Alle acties symmetrisch maken
- Tellen
- Rituelen rondom het organiseren van dingen
- Excessieve waarde hechten aan bepaalde objecten
Vanzelfsprekend is ook deze vorm erg tijdrovend.
De andere twee vormen
De derde dimensie van de stoornis kan worden aangeduid als controleren. Deze personen zijn bang dat hun nalatigheid schade zal veroorzaken. Dat kan schade zijn aan spullen, maar ook aan mensen.
Zij denken bijvoorbeeld dat ze het gasfornuis niet hebben uitgedraaid. Ze gaan dan meerdere keren terug naar huis om dit toch te controleren. Zelfs als ze het gas die dag niet eens gebruikt hebben.
Deze mensen houden zich voornamelijk bezig met:
- Het steeds opnieuw controleren van dingen in het huis
- Getallenreeksen
- Het steeds opnieuw overdenken van dagelijkse activiteiten
- Fysiek contact met anderen vermijden
Het grootste gedeelte van deze mensen gaan hun woning niet meer uit. Op die manier kost het namelijk minder moeite om de hele tijd alles te controleren.
Hun obsessies komen voort uit een verantwoordelijkheidsgevoel. Ze zijn altijd bang dat anderen de dupe zullen zijn van hun roekeloosheid.
Tot slot is er nog de dimensie van verboden gedachten. Deze mensen hebben de hele dag door gedachten waar ze niet aan willen denken.
Over het algemeen zijn die gedachten gewelddadig. Ze kunnen ook seksueel van aard zijn. In ieder geval zijn ze altijd in strijd met de normen en waarden van de persoon.
Vaak gebruiken mensen met deze dimensie van een obsessief compulsieve persoonlijkheidsstoornis handelingen om de gedachten uit te drijven. Ze kunnen bijvoorbeeld excessief gaan bidden of mantra’s opnoemen.
De gedachten die ze hebben, zijn niet in strijd met hun persoonlijkheid. Vaak zijn het hele lieve en zorgzame mensen.
Zij houden zich voornamelijk bezig met:
- Gedachten
- Zorgen maken over het feit dat ze een slecht persoon zijn
- Rituelen om de gedachten te blokkeren
- Het overdenken van handelingen
- Stressvolle situaties vermijden
Kan iemand met een obsessief compulsieve persoonlijkheidsstoornis geholpen worden?
Gelukkig is het antwoord ja. De behandeling voor deze stoornis is niet gemakkelijk, maar zeker wel succesvol. Er is medicatie en therapie beschikbaar.
Het begin van de behandeling is altijd lastig. Als patiënt moet je je symptomen goed in kaart kunnen brengen. Zodat je zeker weet wat er aan de hand is.
Dat is een heel confronterend proces. Dit wordt door de meeste mensen gezien als het zwaarste onderdeel van de behandeling.
Daarbij moet je er altijd voor zorgen dat je de juiste mensen om je heen hebt. Als je een dokter hebt die geen specifieke kennis van het ziektebeeld heeft, kun je beter worden doorverwezen naar een specialist.
Houd er ook rekening mee dat je naast een obsessief compulsieve persoonlijkheidsstoornis vaak nog andere stoornissen hebt. Zo moet je bijvoorbeeld ook behandeld worden voor een depressie of een laag zelfbeeld.
Het zal een lang proces zijn, maar het is de moeite waard. Vergeet niet dat er een uitweg is. Daar kan je je al die tijd aan vasthouden.
Oorzaken van de stoornis
Wees gerust, je zal morgenochtend niet opeens wakker worden en last hebben van een obsessief compulsieve persoonlijkheidsstoornis.
In de eerste plaats is het iets dat zich geleidelijk opbouwt. Het begint heel klein en wordt langzaam steeds groter.
Ten tweede is het gewoon niet helemaal duidelijk wat de oorzaak zou kunnen zijn. Er zijn wel een aantal dingen waarvan wetenschappers denken dat ze invloed kunnen hebben:
- Familiegeschiedenis: Als er mensen in de familie zitten die de stoornis hebben, bestaat er een kans dat jij deze ook ontwikkelt.
- Verschillen in het brein: Bij sommige mensen met de stoornis is een abnormale activiteit in het brein vastgesteld. Sommige delen zijn actiever dan anderen. Een tekort aan serotonine kan ook een oorzaak zijn.
- Gebeurtenissen in het leven: De stoornis kan vaker voorkomen bij mensen die zijn gepest. Ook mensen die te maken hebben gehad met mishandeling of verwaarlozing hebben de stoornis vaker. Ingrijpende gebeurtenissen zoals het krijgen van een kind of een ontslag kunnen ook van invloed zijn.
- Persoonlijkheid: Personen die heel netjes en zorgvuldig zijn hebben ook vaker last van de stoornis.
Als je er vroeg bij bent en meteen naar een arts gaat bij de eerste symptomen, is de kans groot dat je gewoon behandeld kunt worden.
Tips voor het omgaan met iemand met een dwangstoornis
De persoon met een obsessief compulsieve persoonlijkheidsstoornis heeft het zwaar. Maar ook voor de naasten is het niet gemakkelijk.
Zeker wanneer iemand de stoornis op een latere leeftijd ontwikkelt. Iemand die je onder normale omstandigheden hebt leren kennen, is nu opeens onherkenbaar.
Het kan ook lastig zijn om iemand op de juiste manier te ondersteunen. Als iemand bijvoorbeeld heel veel schoonmaakt, is het moeilijk om te bepalen of je die persoon moet stoppen. Of juist ook mee moet doen met schoonmaken.
Hier onder vind je een paar tips:
1. Lees je goed in
Het feit dat je dit artikel al bijna helemaal gelezen hebt, is een goed teken. Om iemand te kunnen helpen, moet je namelijk een goed beeld van de stoornis hebben.
Pas als je veel weet, kan je iemand beter begrijpen. Zo is het bijvoorbeeld fijn om te weten dat de ander zich er zeker van bewust is dat de gedachten en handelingen niet logisch zijn.
Online kan je veel ervaringen van anderen vinden. Het kan fijn zijn om te lezen dat je niet alleen bent. Vergeet alleen niet dat niet ieder probleem dezelfde oplossing heeft.
Dat wat bij een ander werkt, kan in jouw geval een tegenovergesteld effect hebben. Praat er ook over met de persoon die de stoornis heeft.
Samen kunnen jullie misschien een weg vinden in deze lastige situatie.
2. Bied hulp waar het nodig is
Vraag aan de ander altijd of er iets is dat je kunt doen. Sommige mensen willen met rust gelaten worden, terwijl anderen liever wel hulp krijgen.
Het is belangrijk dat je daarbij je eigen grenzen aangeeft. Maar probeer ook de grenzen van de ander niet te overschrijden.
Als iemand voor de zesde keer terug wil lopen om de deur te controleren, kun je dat beter niet tegenhouden. Vergeet niet dat de ander ook heel goed weet dat de deur echt dicht zit.
Let op met hoe ver je gaat. Iemand met een obsessief compulsieve persoonlijkheidsstoornis heeft altijd professionele hulp nodig.
Jij bent er alleen om in het dagelijks leven alles wat makkelijker te maken.
3. Vergeet jezelf niet
Vooral in een relatie met iemand met een stoornis is dit belangrijk. Wil je partner niet naar buiten? Geen probleem. Maar dat betekent niet dat je zelf ook niet naar buiten kunt.
Onderhoud gewoon sociaal contact. Zo heb je ook de kans om af en toe eens de situatie met een ander te bespreken.
Plus je voorkomt dat je een hekel aan de ander gaat krijgen. Je wil natuurlijk niet dat jullie allebei geen leven meer over hebben.
Weet dat het voor de ander fijn is als je er bent. Maar je hoeft er niet de hele tijd te zijn. Maak goede afspraken met de ander. Laat de ander niet in de steek en het zit wel goed.
Er is altijd een weg die voor jullie allebei zal werken. Je hoeft niet altijd sterk te zijn.
4. Help met het identificeren van de triggers
Bij sommige mensen worden gedachten en handelingen erger onder bepaalde omstandigheden. Als partner kan je ervoor zorgen dat dit zo min mogelijk gebeurt.
Voor veel mensen is stress een belangrijke trigger. Als naaste kun je dus altijd proberen om de stress zo veel mogelijk weg te nemen.
Leg de ander niet te veel verplichtingen op. Let ook goed op dat de ander goed eet en voldoende slaapt. Hierbij moet je zeker erg voorzichtig zijn.
Probeer ook nieuwe triggers te vinden. Je kunt in een boekje bijhouden wanneer iemand meer obsessies heeft. Hopelijk kun je dat dan linken aan een bepaalde gebeurtenis.
Zo’n boekje kan ook helpen bij de behandeling. Voorwaarde is wel dat de ander heel open is.
5. Push de ander een beetje
Het kan gevaarlijk zijn, maar ook erg helpen om de ander te pushen. Binnen de therapie wordt de zogenaamde angstladder gebruikt.
Je maakt daarbij een overzicht van dingen die iemand eng vindt. Zo is het minst enge bijvoorbeeld niet controleren of de auto dicht zit.
Het meest enge kan dan zijn niet controleren of het gas uit is. Jullie beginnen bij de laagste trede van deze ladder en gaan zo langzaam naar boven.
Pas als de eerste trede helemaal is afgesloten, kunnen jullie door naar de volgende trede. Zorg er daarbij voor dat de stappen niet te groot zijn.
Oefening baart hierbij kunst. Hoe vaker dezelfde trede aan bod komt, hoe gemakkelijker het zal gaan.
6. Maak een schema voor de obsessies
Voor sommige mensen is het niet mogelijk om de obsessies volledig uit te schakelen. Voor hen kan het helpen om ze in een schema te plaatsen.
Je spreekt dan bijvoorbeeld af dat er in de ochtend een uurtje is waarin ze niet weggedrongen hoeven te worden. Dat maakt het makkelijker om de andere uren in de ochtend wel vol te houden.
De negatieve gedachten die buiten deze periode bovenkomen, kunnen worden opgeschreven. Zo blijft er een soort to-do list over.
In de periode dat het obsessieve is toegestaan, mag alles. Naar verloop van tijd kunnen deze perioden steeds korter gemaakt worden.
Haal er iedere keer een paar minuten af. Zo blijf je uiteindelijk zonder periode over!