Skip to Content

Hoe Het Echt Is Om Een Sociale Maar Angstige Persoonlijkheid Te Hebben

Hoe Het Echt Is Om Een Sociale Maar Angstige Persoonlijkheid Te Hebben

Ik ben algemeen gezien een vrolijk iemand. Ik loop meestal over van liefde, het leven, en humor. Ik moet omringd worden door mensen om me gelukkig te voelen.

Ik heb een sterk karakter, mijn gevoel voor humor is satirisch, en mijn gebrek aan een filter zorgt er vaak voor dat ik mezelf snel in de nesten werk (en me ook weer uit de nesten werk).

Ik heb daarentegen ook een andere kant. Een gevoelige kant die te gevoelig is. Een kant die intense emotionele pijn veroorzaakt op de meest willekeurige momenten.

Een kant die mij extreem intuïtief maakt en daarom ervoor zorgt dat ik extreem selectief wordt over wie ik in mijn omgeving wil hebben.

Ik kom over als een tegenstrijdige mix van extravert maar introvert, erg sociaal maar ik ga bijna nooit uit.

Ik ben sociaal en ga graag uit, maar mijn overgevoeligheid zorgt ervoor dat ik meer dan bewust ben van wat er om me heen gebeurt. Ik weet heel goed wat andere mensen voelen, en dat kan erg overweldigend zijn.

Mijn hele leven zorg ik bij anderen al voor verwarring – ik verwar ook mezelf. Ik kan spontaan zijn – ik heb geen filter en ik laat me door niemand intimideren.

De gedachten die in me opkomen lijk ik er altijd meteen uit te flappen. Maar de andere kant van mijn persoonlijkheid is introspectief. Ik pieker over alles.

Soms probeer ik ‘erachter te komen’ of iets juist of niet is, voordat ik het echt probeer. Soms denk ik nergens over na en doe ik het gewoon. Het ligt allemaal aan hoe ik me voel.

Door het piekeren wordt het leven af en toe een gevecht. Ik maak dingen erger door mijn gevoelens te onderdrukken. Ik voel me erg ongemakkelijk als mensen mijn pijn zien. Het is een raadsel.

Ik ben zo expressief, maar als het aan komt op mijn problemen, ben ik slecht in het uiten van emoties. Ik kan het niet helpen, hoe close ik ook met iemand ben, ik denk altijd dat ik misschien teveel heb geuit en dat ik het terug moet nemen.

Dan volgen er sarcastische opmerkingen en neem ik afstand, en moeten mensen graven en het leuke deel opmerken dat ik probeer te verbergen. 

Het gevecht is vaak tussen de concurrerende gedachten in mijn achterhoofd. Als ik alleen ben, of met een groep mensen die nep zijn of mij niet stimuleren, is mijn grootste uitdaging het uitschakelen van mijn brein.

Ik moet vaak mijn gedachten “reguleren”, want ik kan heel makkelijk doordraven in het analyseren.

Laat nooit je geheimzinnige karaktereigenschappen je het gevoel geven dat er iets mis is met je.

Laat nooit iemand je het gevoel geven dat je originele gevoel voor humor voortkomt uit gemeen zijn of ongevoeligheid – hoe je de spanning probeert te verzachten en je closer te worden met anderen.

Je verafschuwt het wanneer mensen over koetjes en kalfjes praten, want je haat het wanneer er een barrière ontstaat tussen mensen.

Ik weet dat een sociale maar een angstige persoonlijkheid het leven een ware uitdaging kan maken, maar het zal je ook gedreven en inheems houden.

Je constante zoektocht naar een doel laat je pijn altijd langer duren, je zal altijd proberen om meer te doen om iets binnen jezelf tevreden te stellen als het naar meer verlangt.

Hoewel dit kan stressvol zijn, zorgt ditzelfde verlangen er bovendien voor dat je een nieuw leven kunt opbouwen.