Mensen vinden het onprettig als ze verkeerde keuzes maken. Cognitieve dissonantie is een gevoel dat ontstaat wanneer we geloven dat onze gevoelens ingaan tegen onze gedachten of mening. Wanneer iemand dus een inconsistentie opmerkt tussen ideeën en acties, dan wil de persoon deze inconsistentie, of dissonantie, herstellen. We zijn altijd gemotiveerd om iets aan die dissonantie te doen. In dit artikel maak je kennis met dissonantie, leer je hoe het wordt veroorzaakt, hoe je dissonantie oplost en krijg je toegang tot een hele hoop voorbeelden die het makkelijker maken om het idee te begrijpen.
Wat is cognitieve dissonantie?
In de psychologie wordt met cognitieve dissonantie bedoelt het ervaren van stress of ongemak wanneer iemand twee of meer ideeën of overtuigingen heeft. Wanneer je dus moet kiezen tussen twee of meer van deze dingen, heb je te maken met dissonantie. Je voelt je ongemakkelijk. Vooral wanneer de persoon maar moeilijk tussen twee opties kan kiezen, is de dissonantie het grootst.
Als er eenmaal dissonantie optreedt, zal de persoon de nodige actie ondernemen om de ideeën aan te passen totdat deze consistent zijn met elkaar. Men is nu eenmaal geneigd om te streven naar interne, psychologische consistentie om zo mentaal op een aangename manier het leven door te komen.
Leon Festinger was de man die de cognitieve dissonantie theorie in zijn boek ‘A Theory of Cognitive Dissonance’ beschreef, dat gepubliceerd werd in 1957. Het concept is over de jaren heen veel bestudeerd. De heer Festinger zelf heeft ook meerdere onderzoeken naar het fenomeen gedaan.
Cognitieve consonantie, of cognitieve coherentie, is het tegenovergestelde van cognitieve dissonantie. Hierbij komen hangen de mentale processen met elkaar samen, waardoor de persoon een prettig gevoel krijgt en innerlijke rust.
Tekenen van cognitieve dissonantie
Als je te maken hebt met dissonantie, kun je last krijgen van verschillende gevoelens. Je kunt je onrustig voelen, kwaad, angstig, verontwaardigd of in de war. In extreme gevallen kunnen de emoties leiden tot fysieke pijn.
Om deze vervelende gevoelens te verminderen, zullen mensen onbewust beroep doen op bepaalde beschermingsmechanismen. Hieronder lees je meer over die afweermechanismen.
Dissonantie kan zelfs depressie veroorzaken als iemand constant te maken krijgt met botsende overtuigingen. De persoon zal dan zijn omgeving waarnemen als ‘vijandig’ of ‘gevaarlijk’. Die constante spanning, stress en ongemakkelijke gevoelens kunnen op lange termijn leiden tot depressie.
Voorbeelden van cognitieve dissonantie
Cognitieve dissonantie treedt vaak onbewust op, waarbij we dus niet beseffen dat we cognitief dissonant bezig zijn. Het concept is wellicht makkelijk te begrijpen aan de hand van voorbeelden. Hieronder een aantal situaties waarin we dissonantie vaak tegenkomen:
- Je hebt altijd iets tegen roken gehad. Je vond het vies en ongezond. Toch ben je ineens gaan roken omdat je vrienden je hebben overgehaald om het eens te proberen.
- Stel dat je een bepaalde auto wilde kopen, maar de verkoper komt met een ander model aan dat volgens hem vergelijkbaar is, maar geavanceerdere functies heeft. Hierdoor is het al snel mogelijk dat je jouw mening over de auto die je in de eerste instantie graag wilde, zal veranderen.
- In de supermarkt een andere rij kiezen, om er vervolgens achter te komen dat die rij veel trager gaat en dus niet de juiste keuze was.
- Die mooie jeans tóch maar kopen en de volgende dag je schuldig voelen.
- Een studie kiezen die uiteindelijk helemaal niet bij je past.
- Uit haast niet naar het toilet gaan, maar vervolgens in een file terechtkomen en hoognodig naar het toilet moeten.
De menselijke afweermechanismen
Het is voor mensen dus erg frustrerend om tegenstrijdige ideeën of gedragingen te hebben. Om van die negatieve gevoelens af te komen, hebben mensen de neiging om gebruik te maken van afweermechanismen. De bekendste mechanismen zijn ontkenning, projectie, sublimatie en rationalisering.
Ontkenning
Als we gebruik maken van ontkenning als afweermechanisme, ontkennen we dat we een probleem (ongemak) hebben. We komen dan met excuses of vinden manieren om de ontkenning te verantwoorden.
Voorbeeld: ‘Ik ben van mening dat het zijn schuld is. Dat is wel duidelijk, toch?’
Projectie
In het geval van projectie hebben we wederom last van een negatief gevoel. Echter, beschouwen we dat gevoel niet als iets van onszelf. In de plaats daarvan schrijven we het toe (projecteren) aan een ander.
Voorbeeld: je voelt je angstig omdat je leidinggevende een gesprek met je wil. Omdat je vreest voor het ergste – ontslag dus – zie je jouw manager als een bruut persoon. De angst die je voelt, projecteer je dus op je leidinggevende. En dat terwijl hij je alleen wilde laten weten dat je contract wordt verlengd en je zelfs een promotie krijgt!
Sublimatie
Het ongemakkelijke gevoel dat je hebt, wordt verzacht om je je niet al te vervelend te voelen. Als jij je ergens heel boos over voelt, ben je waarschijnlijk geneigd om je te concentreren op verzachtende gedachtes, om zo die frustratie die je voelt te verminderen.
Voorbeeld: Je bent ontzettend kwaad op je partner omdat hij overspel heeft gepleegd. Toch probeer je je te concentreren op zijn goede eigenschappen, of ga je misschien zelfs na of jij toch niet fout bent geweest en dat zijn gedrag daaruit voort is gekomen. Narcisten staan er ook om bekend om gebruik te maken van cognitieve dissonantie. Ze manipuleren de mensen om hen heen en gebruiken communicatietechnieken die anderen in twijfel brengen. In dit artikel lees je meer over hoe je het beste kunt communiceren met een narcist zodat je manipulatie kunt voorkomen.
Rationalisering
Als we gebruik maken van rationalisering, komen we met een excuus om van het vervelende gevoel af te komen.
Voorbeeld: Je hebt gesolliciteerd voor een baan, maar bent helaas afgewezen. Om je niet zo rot te voelen, zeg je: ‘Ik vind het bedrijf toch niet zo leuk’. Terwijl je eigenlijk heel graag de baan had willen hebben.
Hoe wordt cognitieve dissonantie veroorzaakt?
Dissonantie wordt voornamelijk veroorzaakt door een aantal situaties. Hieronder lees je welke dat zijn.
Gedwongen opvolging
Als er sprake is van gedwongen opvolging, is er dissonantie tussen een cognitie (‘ik wilde het niet doen’) en de actie (‘ik heb het toch gedaan’). Hierbij heeft iemand dus bepaald gedrag vertoond terwijl hij overtuigingen heeft die daar niet mee in overeenstemming zijn. Omdat de persoon al heeft gehandeld, is de enige manier om de dissonantie te verminderen door het veranderen van zijn houding ten opzichte van de situatie.
Voorbeeld: de sergeant heeft een van zijn militairen opgelegd om iets te doen wat tegen de principes gaat van de militair. De militair wordt bevolen om te schieten, waarbij er mensen om het leven zullen komen. De militair gaat een manier zoeken om met de gevolgen van zijn acties om te gaan. Hij kan bijvoorbeeld gebruik maken van sublimatie, en denken: ‘Als ik niet zou schieten, zouden zij op ons schieten, dus was dit de juiste beslissing’. Dit maakt het vervolgens ‘makkelijker’ om te accepteren dat hij mensen heeft vermoord.
Besluitvorming
In ons dagelijks leven maken we constant beslissingen. We kiezen er bijvoorbeeld voor om op een bepaalde tijd op te staan, een bepaald ontbijtje te eten en om een bepaald moment de was te doen. Maar al die beslissingen kunnen voor dissonantie zorgen, omdat je steeds voor keuzes staat.
De opties waar je een keuze uit moet maken, zullen allemaal hun voor- en nadelen hebben. Maar je kunt niet voor alle opties tegelijk kiezen. Dit betekent dat als je optie 1 kiest, je niet kunt genieten van de voordelen van optie 2, en dat je tegelijkertijd de nadelen van optie 1 moet accepteren.
Zoals je verderop kunt lezen, zijn er diverse manieren die mensen gebruiken om cognitieve dissonantie te verminderen als gevolg van het maken van een beslissing. Een van die manieren is gedragsverandering. Dit is lastig, dus maken mensen verschillende mentale manoeuvres om hier zo goed mogelijk uit te komen. Een manier die mensen veel gebruiken, is door de gekozen optie aantrekkelijker te maken, terwijl ze andersom de afgewezen optie in aantrekkelijkheid proberen te verminderen. Dit heet ‘spreiding van de alternatieven’.
Voorbeeld
Je hebt de keuze uit een heerlijk dagje strand of een dagje naar een pretpark. Het strand is een uur rijden, het pretpark bevindt zich om de hoek. Op het strand vertoeven is heerlijk, maar het pretpark is ook heel gezellig en scheelt je transportkosten. Als je voor het strand gaat, moet je dat hele eind weer terugrijden terwijl de zon je lui heeft gemaakt. Het pretpark is leuk, maar niet de perfecte plek om te kunnen ontspannen. Je vindt het een moeilijke keuze en ervaart dus dissonantie. Uiteindelijk moet je een keuze maken en kies je voor het strand. Daarbij kan het zijn dat je deze optie extra aantrekkelijk hebt gemaakt, zodat je je niet meer zo druk maakt over de reistijd en die maar voor lief neemt.
Inspanning rechtvaardiging
Als het ons lukt om iets te bereiken waar we hard voor hebben moeten werken, zullen we die verwezenlijking extra waarderen. Dat komt omdat we waarschijnlijk dissonantie zouden ervaren als we ergens hard voor hebben geknokt, maar ons doel vervolgens niet hebben kunnen bereiken.
Voorbeeld: Je hebt jarenlang gezwoegd voor je diploma, maar zelfs op je herexamens blijf je zakken. Dit geeft een ongemakkelijk en vervelend gevoel. Om de dissonantie te verminderen, vertellen we onszelf dat we toch niet zo hard hebben gewerkt, en dat het toch niet de moeite waard was. Deze manier om dissonantie te vermijden, heet ‘inspanning rechtvaardiging’.
Cognitieve dissonantie: tolerantieniveau
We ervaren dus allemaal wel eens cognitieve dissonantie, maar doen dat allemaal op een ander ‘niveau’. Dit is ook de reden waarom we het concept niet objectief kunnen meten. We gaan allemaal anders om met dissonantie en we hebben ieder ons eigen tolerantieniveau.
Er zijn tientallen niveaus van een vervelend gevoel. Hoe ongemakkelijk wij we ons ergens over voelen, heeft te maken met onze principes. Er zijn mensen die op mentaal niveau niet zo flexibel zijn, of sterke waarden koesteren en voor wie dissonantie dus veel stress oplevert.
Voor deze mensen is dissonantie dus echt ongemakkelijk, en het geeft hen een gevoel dat er iets niet pluis is. Deze mensen willen toch iets veranderen om van dat ongemakkelijke gevoel af te komen. Als de dissonantie zo erg is, kan zich dat uiten in angst. Dit gebeurt vooral wanneer het gaat om een lang gekoesterde overtuiging. Denk bijvoorbeeld aan een religieuze overtuiging die niet overeenkomt met iemands gedrag of wensen.
Voorbeeld
Een goed voorbeeld is wanneer iemand is opgegroeid met de overtuiging dat fysieke relaties voor het huwelijk een zonde en dus ‘verboden’ zijn. Als iemand dat dan toch ‘overkomt’, kan dat voor cognitieve dissonantie zorgen. Ook wanneer mensen van hetzelfde gender een relatie krijgen, geldt hetzelfde. De dissonantie kan tot grote problemen leiden. Iemand kan zich er angstig door voelen, woedend of zich schamen. Men kan zelfs het gevoel krijgen immoreel te zijn. Ook kan het een negatieve invloed hebben op de eigenwaarde, totdat de persoon in kwestie de dissonantie op weet te lossen.
Gelukkig komt dit type dissonantie in deze tijd wat minder voor.
Cognitieve dissonantie is niet altijd slecht
Cognitieve dissonantie kan dus tot erg negatieve klachten leiden, maar omdat het een natuurlijke reactie is van het menselijk lichaam, hoeft het niet altijd ‘slecht’ te zijn. Want als iemand situaties kan herkennen waarin ideeën of gedrag niet met elkaar overeenstemmen, kan de persoon beter begrijpen waar hij in gelooft. Het is een mechanisme dat ervoor zorgt dat we ons mentaal gezond voelen. Ook kan het ons beschermen tegen externe invloeden. Het is belangrijk om te begrijpen hoe die dissonantie werkt, zodat je de klachten ervan zoveel mogelijk kunt vermijden.
Door aan je dissonantie te werken, kan je leven een positieve wending krijgen. Je kunt jezelf erdoor ontwikkelen, beter de controle over jezelf krijgen, meer zelfvertrouwen krijgen en zelfs betere beslissingen maken.
Dankzij dit fenomeen heeft de mensheid enorme stappen vooruit gezet. Denk bijvoorbeeld aan de vooruitgangen in vrouwenrechten en het verbieden van slavenhandel: dit zijn veranderingen die plaats hebben gevonden dankzij cognitieve dissonantie. Want ook hier zijn er mensen geweest die tegenstrijdigheden zagen in hoe vrouwen en slaven werden beschouwd, en het gedrag van de maatschappij hiertegenover. Er werden tegenstrijdigheden herkend, en mensen werden gemotiveerd om de waarden van de maatschappij in overeenstemming te brengen met het gedrag of de acties van deze maatschappij.
Ook is cognitieve dissonantie van belang in het onderwijs, waarbij het zelfbewustzijn van studenten wordt ontwikkeld. Studenten leren hoe ze op een objectieve manier nieuwe kennis tot zich kunnen nemen, zodat ze minder stress ervaren wanneer hun overtuigingen niet overeenkomen met hun gedragingen en andersom.
Verder is het proces ook aanwezig in de psychotherapie en kom je het tegen wanneer er sprake is van het (bevorderen) van sociaal positief gedrag, zoals het bestrijden van racisme en het gebruik van anticonceptiemiddelen.
Cognitieve dissonantie oplossen: hoe doe je dat?
We hebben dus gezien dat mensen van nature op zoek zijn naar consistentie tussen de realiteit en hun overtuigingen.
Mensen zijn er op gericht om hun cognities in lijn te brengen met hun acties, om zo goed te kunnen functioneren. Dit zal ertoe leiden dat mensen minder stress ervaren. Er zijn over het algemeen drie manieren om cognitieve dissonantie te verminderen: door middel van gedragsverandering, door het veranderen van ideeën of overtuigingen of door je gedrag of ideeën te rechtvaardigen.
1. Gedragsverandering
Door je gedrag aan te passen of te veranderen – zodat dit niet in strijd is met je overtuiging(en) – kan dissonantie worden verminderd. Als jij bijvoorbeeld de neiging hebt om te veel alcohol te drinken, kun je jouw gedrag veranderen door voortaan geen alcohol meer te drinken. Of een taxi bellen als je weer een avondje hebt gedronken.
Door deze twee veranderingen in gedrag neemt de dissonantie af, omdat je acties in overeenstemming zijn met wat jij hebt geleerd over de risico’s van rijden onder invloed.
Echter is deze manier van het verminderen van dissonantie vaak problematisch en lastig in de praktijk. Mensen vinden het namelijk vaak moeilijk om aangeleerd gedrag aan te passen.
Denk ook bijvoorbeeld aan stoppen met roken. We weten allemaal hoe slecht roken voor ons is. Desondanks lukt het veel mensen niet om hun gedrag overeen te laten stemmen met de realiteit, door inderdaad te stoppen.
2. Veranderen van ideeën of overtuigingen
Een tweede manier om dissonantie tegen te gaan, is om je overtuigingen te veranderen, zodat deze je gedrag niet in de weg staan. Onze hersenen zijn altijd bezig met het filteren van zaken die niet overeenkomen om bepaalde ideeën te ondersteunen.
Als we nog even teruggaan naar het voorbeeld van stoppen met roken: de persoon kan, in plaats van zijn gedrag te veranderen, ook ervoor kiezen om bijvoorbeeld onderzoek te doen en vervolgens te geloven dat roken niet per se kanker hoeft te veroorzaken. Als hij dan dus doorgaat met roken, wordt de dissonantie verminderd en voelt hij zich niet zo slecht meer over zijn ongezonde gedrag.
3. Gedrag of ideeën rechtvaardigen
Deze manier is nogmaals makkelijker te begrijpen aan de hand van een voorbeeld: je hebt geld uitgegeven aan een dure trui. Je overtuigt jezelf ervan dat het oké is om dat geld uit te geven, want geld kun je toch niet meenemen in je graf. Bovendien: waar werk je anders voor?
Een ander voorbeeld: iemand die het leuk vindt om risicovol gedrag te vertonen, kan dit goedpraten door te zeggen dat je iedere dag moet leven alsof het je laatste is.
Deze voorbeelden zijn dus manieren om risicovol gedrag te rechtvaardigen en daarmee de dissonantie te verminderen. Dit gebeurt op een ofwel bewuste of onbewuste manier.
Hoe kunnen marketeers inspelen op cognitieve dissonantie?
Wanneer mensen blij zijn met hun aankoop, verkleint de kans dat ze last krijgen van dissonantie. Hoe kunnen verkopers dat gedrag nu beïnvloeden? Dat kan op verschillende manieren:
- Door het aanmoedigen van positieve emoties die de consument koppelt aan het product. Een voorbeeld is door humor te gebruiken in onder andere reclamespotjes.
- De voordelen van het product op een rijtje zetten.
- Aangeven waarom dit product zoveel beter is dan die van andere merken.
- Het laten zien van positieve klantenreviews.
- Na aankoop een grote ‘bedankpagina’ laten zien.
- Na aankoop klanten een e-mail sturen, waarin ze nogmaals aangeven dat de aankoop de moeite waard is geweest.
Conclusie
Cognitieve dissonantie theorie is dus een concept uit de psychologie waarbij iemand stress ervaart wanneer hij twee of meer tegenstrijdige ideeën of gedragingen heeft. Volgens deze theorie zijn mensen altijd op zoek naar een bepaalde consistentie in hun cognities. Als iemand een inconsistentie herkent tussen zijn overtuigingen en acties, dan zal de persoon er alles aan doen om die consistentie weg te nemen en daarmee de stress die het veroorzaakt te verminderen.
Het werken aan dissonantie kan veel positieve gevolgen hebben voor je leven. Dingen die wij in deze tijd als vanzelfsprekend beschouwen, zijn allemaal voortgekomen uit dissonantie (denk nogmaals aan de voorbeelden van slavernij en gelijke rechten voor mannen en vrouwen).