Merriam-Webster Woordenboek lijkt te denken dat het begrip thuis kan worden uitgelegd met een definitie zo eenvoudig als “iemands woonplaats.” Hoewel niemand met hetzelfde woordenboek kan discussiëren waar iedereen naartoe rent als ze een woord tegenkomen dat ze niet begrijpen, is mijn thuis geen plek of een ander persoon. Ik ben het.
Natuurlijk, was er een tijd dat ik dacht dat ik het perfecte huis nodig had, het perfecte huisdier, of het perfecte vriendje om me compleet te voelen. Om gelukkig te zijn. Maar toen ik alles op orde had, was ik verbaasd dat geen van deze dingen me geluk, vrede of iets anders bracht dat mijn leven… beter zou maken.
En ik heb jaren en jaren van mijn leven achter iets of iemand aan gezeten dat me dichter bij de ware betekenis van thuis moest brengen. Achter Don Quichots windmolens aanjagen. Wanhopig op zoek naar de roos van de kleine prins. Maar toen ik klaar was met wat duidelijk een dwaze boodschap was, verloor ik mezelf volledig.
Mijn thuis is geen plek. Toen we opgroeiden, werden we geconditioneerd om te geloven dat we slechts één thuis kunnen hebben (en ik refereer aan Merriam-Websters definitie van thuis). Je thuis was de plek waar je ouders woonden. Je thuis was de plek waar je terugkwam van school. En, je thuis was de plek waar je naar terugkwam wanneer je weg was geweest.
Maar wat gebeurt er als je niet meer terug kunt reizen? Wat gebeurt er als je op een dag wakker wordt en beseft dat je door verschillende huizen, gebouwen en appartementen bent gegaan? En je niet langer dat ene huis hebt dat als thuis aanvoelt? Geen enkele hoeveelheid kussens en kaarsen kan je huis als thuis laten voelen.
En, voor degenen die gehecht raken aan plaatsen. Wat gebeurt er als de omstandigheden van je leven veranderen en je gedwongen wordt om te verhuizen? Wat gebeurt er als dat ene huis dat je als je thuis beschouwde, verdwijnt en je aan je lot wordt overgelaten? Word je dakloos of bouw je een ander huis?
Uiteraard zijn deze vragen retorisch en dienen ze gewoon om me te helpen mijn punt te bewijzen. Maar als je jaren en jaren van je leven bezig bent met het bouwen van een thuis op plaatsen waar je om verschillende redenen aan gehecht bent, dan word je steeds bozer over het proces.
Sterker nog, je begint de mensen te begrijpen die keer op keer herhalen dat “thuis geen plaats is.” Je kunt hetzelfde gevoel krijgen als je mijlenver weg bent van het huis dat je ooit als thuis beschouwde. Je kunt hetzelfde gevoel hebben erbij te horen, waar je ook bent, zolang je maar gelukkig bent met jezelf.
Mijn thuis is geen persoon. Toen we opgroeiden, werd ons geleerd om altijd anderen te respecteren, waarderen en lief te hebben. We leerden om nooit terug te vechten, nooit een scène te maken en nooit problemen te veroorzaken. We werden geleerd om naar validatie en acceptatie van anderen te zoeken.
Maar we hebben nooit geleerd om onszelf te respecteren. EN“Genoeg!” te zeggen als we ons niet op ons gemak voelen bij wat anderen doen. We hebben nooit geleerd om voet bij stuk te houden als anderen niet aan onze verwachtingen voldoen. Of om de relatie te verlaten als anderen niet aan onze normen voldoen.
God, niemand heeft ons verteld dat we van onszelf moesten houden voordat we van iemand anders konden houden. Niemand heeft ons verteld dat we vriendelijk moesten zijn voor onszelf. Dat we onze eigen wensen moesten respecteren en voeden waar onze zielen en ons hart naar verlangden. Maar niemand vergat ons te vertellen dat ons thuis geen plek hoeft te zijn; het kan een persoon zijn.
We dachten misschien dat er niets mis was met het idee dat we een andere persoon nodig hadden om een thuis te hebben. Maar er was altijd iets dat me dwarszat. Betekent dat dat we dakloos zijn zolang we vrijgezel zijn? Betekent dat dat we zelf geen thuis kunnen bouwen zolang we geen vrienden of vriendjes hebben?
Oh, ik wou dat ik ‘nee’ had geschreeuwd, de eerste keer dat iemand dat tegen me durfde te zeggen! Maar ik groeide op met de gedachte dat ik mijn thuis moest bouwen rond andere mensen. Ik moest mijn thuis bouwen rond vrienden die me geen berichtje terug stuurden omdat ze “mijn app niet hadden ontvangen” en die waren “ vergeten” om me uit te nodigen voor feestjes en bijeenkomsten.
Ik moest mijn thuis bouwen rond vriendjes die “geen tijd hadden om iets te doen.” Of die “mijn verjaardag waren vergeten.” Ik groeide op met de gedachte dat ik mijn wensen en gevoelens niet hoefde te respecteren uit angst dat ze de mensen zouden wegjagen waarmee ik mijn thuis wilde bouwen. Maar ik wist niet dat ik mijn thuis allang alleen had kunnen bouwen.
Ik ben het. Ik ben het altijd geweest. Mijn thuis is geen plek of een ander persoon. Mijn thuis is geen aangespoelde norm die van generatie op generatie is doorgegeven. En mijn thuis is geen vrouwonvriendelijk concept die bedacht is door een kalende man die geen vrouw kon krijgen zonder haar het gevoel te geven dat ze moest schikken.
Misschien vraag je je af waarom ik plotseling de behoefte voel om aan de wereld aan te kondigen dat ik genoeg gegroeid ben om te begrijpen dat ik mijn eigen plek in de wereld heb. Dat is je antwoord.
Thuis komt niet voort uit een huis met een wit hek. Thuis komt niet voort uit een perfecte echtgenoot die genoeg geld heeft om je de rest van je leven te onderhouden. Maar, thuis komt van binnenuit. Van dat deel van jezelf dat je hebt geprobeerd verborgen te houden voor de rest van de wereld.
Wanneer je je thuis rond een plek bouwt, loop je het risico dat je thuis van je wordt afgenomen op het moment dat je moet verhuizen. Wanneer je je thuis rond een persoon bouwt, loop je het risico dat je thuis wordt afgebroken op het moment dat die persoon verandert.
Maar als je je thuis om jezelf heen bouwt, ben je veilig. Je kunt altijd bij jezelf terugkomen. Je kunt altijd op jezelf rekenen als je een schouder nodig hebt om op uit te huilen. Iemand om je te beschermen of iemand om voor je op te komen. Wees je eigen thuis, omdat niemand je kan afbreken (tenzij je ze de macht geeft).